Artikel 9 Intrekken of wijzigen van vergunning of ontheffing
1 Burgemeester en wethouders kunnen de vergunning of ontheffing intrekken of wijzigen:
a indien ter verkrijging daarvan onjuiste dan wel onvolledige gegevens zijn verstrekt;
b indien op grond van een verandering van de omstandigheden of inzichten,
opgetreden na het verlenen van de vergunning of ontheffing, moet worden
aangenomen dat intrekking of wijziging daarvan wordt gevorderd door het belang of
de belangen ter bescherming waarvan de vergunning is verstrekt;
c indien de aan de vergunning of ontheffing verbonden voorschriften niet zijn of
worden nagekomen;
d indien binnen de termijn van één jaar geen gebruik van de vergunning wordt
gemaakt;
e indien de vergunninghouder dit verzoekt.
2 Burgemeester en wethouders kunnen in het belang van de kinderen tijdelijke of blijvende
sluiting van een kindercentrum of een gastouderbureau gelasten, indien naar hun oordeel
dringende omstandigheden die niet uit deze verordening voortvloeien daartoe aanleiding
geven.
Verordening Kinderopvang
ref. nr 9996045