Artikel 15 Verblijfsruimte kindercentra
Artikel 16 Voorkoming verspreiding infectieziekten
Paragraaf 3 Specifieke regels voor gastouderopvang
Artikel 17 Eisen aan de gastouderopvang
1 Per groep is een ruimte beschikbaar die per kind minimaal drie vierkante meter netto
speel-/werkoppervlak bevat. De netto vierkante meters worden berekend door de netto
vierkante meters zoals beschreven in NEN 2580, te verminderen met het noodzakelijk
oppervlak van aanwezige kasten, keukenelementen en verschoonblokken.
2 Er is buitenspeelruimte beschikbaar, waarvan de oppervlakte minimaal vier vierkante meter
per spelend kind bedraagt, bepaald overeenkomstig NEN 2580.
3 Kinderen tot 2 jaar beschikken over slaapgelegenheid in een aparte ruimte en kinderen van 2
tot 4 jaar beschikken over slaapgelegenheid in een rustige, af te scheiden ruimte.
1 De vergunninghouder, dan wel degene die met de dagelijkse leiding van een kindercentrum
is belast, is met betrekking tot alle kinderziekten verplicht de richtlijnen van de GGD te
volgen zoals deze zijn opgenomen in het protocol: "Kinderziekten, richtlijnen en adviezen
voor scholen en kindercentra". De vergunninghouder dient daartoe de directeur van de GGD
te raadplegen en diens advies op te volgen.
2 Van de in het eerste lid omschreven verplichting is de vergunninghouder ontheven, zodra de
behandelend geneesheer een schriftelijke verklaring heeft afgegeven dat de kans op
overbrenging van een infectieziekte is uitgesloten.
3 De bepalingen in het eerste en tweede lid laten onverlet de bepalingen krachtens de wet van
11 juni 1998, houdende regels ter afwending van de gevaren van infectieziekten, staatsblad
11 juni 1998,394.
1 Gastouderopvang geschiedt op basis van schriftelijke overeenkomsten tussen het
gastouderbureau, de ouders/verzorgers en de gastouder.
2 Contractueel worden in ieder geval vastgelegd de vergoeding voor de opvang en de
kwaliteitseisen die het gastouderbureau aan de gastouderopvang stelt.
Verordening Kinderopvang
ref. nr 9996045