HOOFDSTUK 3 STRAF-, OVERGANGS- EN SLOTBEPALINGEN
Artikel 21 Strafbepaling
Artikel 22 Toezicht en opsporing
Artikel 23 Controle
Artikel 24 Overgangsbepaling
Overtreding van artikel 2 en 9 en van de kwaliteitsregels in hoofdstuk 2 wordt gestraft met hechtenis
van ten hoogste twee maanden of een geldboete van de tweede categorie en kan bovendien worden
gestraft met openbaarmaking van de rechterlijke uitspraak.
1 Burgemeester en wethouders kunnen personen aanwijzen die belast zijn met het toezicht op
de naleving van de bij of krachtens deze verordening gestelde voorschriften.
2 De opsporing van de in artikel 21 strafbaar gestelde feiten is, naast de in artikel 141 van het
Wetboek van Strafvordering genoemde opsporingsambtenaren, opgedragen aan hen die door
burgemeester en wethouders met het toezicht op de naleving van deze verordening zijn
belast, voor zover het de feiten betreft die in de aanwijzing zijn vermeld.
3 De in het eerste lid bedoelde toezichthouders zijn bevoegd elke plaats te betreden met
uitzondering van een woning zonder toestemming van de bewoner.
Burgemeester en wethouders controleren ten minste een maal per jaar de vergunninghouders op
naleving van de verordening.
1 Een jaar na de inwerkingtreding van deze verordening dienen alle vergunninghouders van
kinderdagverblijven, buitenschoolse kinderdagverblijven, peuterspeelzalen en
gastouderbureaus te voldoen aan de in of krachtens deze verordening gestelde eisen.
2 Vergunningen en ontheffingen die zijn verleend onder de werking van de Verordening
Kinderopvang 1997 van de gemeente Breda, blijven nog gedurende één jaar na
inwerkingtreding van deze verordening van kracht.
3 Indien voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening een aanvraag om een
vergunning of ontheffing op grond van de Verordening kinderopvang 1997 is ingediend en
voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening niet op die aanvraag is beslist,
wordt daarop deze verordening toegepast.
Verordening Kinderopvang
ref. nr 9996045