Artikel 1 j:
Artikel 1 m:
Artikel 2 Vergunningplicht
Een gastouderbureau kan in principe ook andere service verlenen, zoals bevorderen van de
deskundigheid van gastouders, zorg dragen voor verdeling van ouderbijdragen en distribueren van
attributen, zoals speelgoed en meubilair. In de praktijk gebeurt dit ook meestal. De inhoudelijke
begeleiding van de gastouders is een inherente taak van het gastouderbureau. Het is immers
verantwoordelijk voor de kwaliteit van de kinderopvang.
De definitie uit het Tijdelijk besluit kwaliteitsregels kinderopvang is aangescherpt. Functionarissen
onderscheiden zich van begeleid(st)ers doordat zij voldoen aan bepaalde opleidingseisen. De meeste
functionarissen zullen een arbeidsovereenkomst hebben op grond van de CAO-welzijn. Daarin is
aangegeven welk opleidingsniveau bij een bepaalde functie behoort. Door de aanscherping van de
definitie behoren stagiaires en personen met een Melkert-baan niet tot de functionarissen, maar tot de
begeleid(st)ers.
In een kindercentrum of gastouderbureau kunnen ook personen werkzaam zijn die niet direct
betrokken zijn bij de verzorging en opvoeding van kinderen. Te denken valt aan functies in de
administratie, het beheer of stafactiviteiten. Deze personen behoren niet tot de functionarissen in de
zin van deze verordening.
Tot de begeleid(st)ers worden gerekend vrijwilligsters, stagiaires of ouders die bij de begeleiding van
de kinderen worden ingezet. Ook personen met een Melkert-baan worden tot de begeleid(st)ers
gerekend. Hun arbeidsovereenkomst is weliswaar gebaseerd op de CAO-welzijn. Zij hoeven echter
niet te voldoen aan de daarin opgenomen opleidingseisen.
De begeleid(st)ers tellen niet mee bij het bepalen van de groepsgrootte overeenkomstig artikel 15 van
deze verordening.
*4
Op grond van het eerste lid is een ieder die één of meer van de onder artikel 1 onder c of h genoemde
voorzieningen houdt, verplicht hiervoor bij burgemeester en wethouders een vergunning aan te
vragen. Deze verplichting geldt zowel voor de houders van voorzieningen voor kinderopvang die
door de gemeente worden gesubsidieerd als voor de houders van niet door de gemeente
gesubsidieerde voorzieningen. De in de verordening opgenomen eisen zijn minimumeisen. Het staat
de vergunninghouder uiteraard vrij hogere kwaliteitseisen te hanteren.
Op basis van het tweede lid dienen ook houders van al dan niet door de gemeente gesubsidieerde
gastouderbureaus een vergunning aan te vragen. De gastouders zelf zijn niet vergunningplichtig. Dit
betekent dat het gastouderbureau verantwoordelijk is voor de kwaliteit van de bemiddelde
gastouderopvang.
Artikelgewijze toelichting Verordening Kinderopvang
ref.nr 9996045.doc