Gemeente Breda
Raadsvoorstel
Registratienr: [8337]
Dienst/afdeling: BD/CAP
Aantal bijlagen:
Betreft:
2e wijziging Bezoldigingsregeling gemeente Breda 1997
Inleiding
Indien een ambtenaar gedeeltelijk arbeidsongeschikt raakt, maar voor zijn restcapaciteit vervangende
arbeid gaat verrichten ontvangt deze ambtenaar van het ABP/USZO een herplaatsingstoelage ter
grootte van het verschil tussen het oorspronkelijke en het nieuwe inkomen. Voor 1 januari 1996 gaf
de Algemeen burgerlijke pensioenwet alleen het recht op zulk een herplaatsingstoelage na een
voorafgaand ontslag. Het per 1 januari 1996 ingevoerde pensioenreglement kent deze ontslageis
niet. Tevens is per 1 januari 1996 de Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling en Bredase
uitwerkingsovereenkomst ingevoerd die geen ontslag toestaat als herplaatsing binnen de gemeente
mogelijk is.
De Bezoldigingsregeling is echter nooit aangepast aan de nieuwe regelgeving.
Voorstel
Artikel 5, 3e lid van de Bezoldigingsregeling gemeente Breda 1997 wordt als volgt gewijzigd:
Motivering/Toelichting
Artikel 8:5 van de CAR/BUWO geeft de ontslaggrond bij arbeidsongeschiktheid. In het tweede lid is
echter bepaald dat geen ontslag mag plaatsvinden indien herplaatsing binnen de gemeente mogelijk
is. Bij herplaatsing kan derhalve niet worden overgegaan tot ontslag en herbenoeming, maar tot
ontheffing uit een functie en herplaatsing in een andere functie. Dit past ook geheel binnen de
gedachte van aanstelling in algemene dienst.
Artikel 5,3e lid van Bezoldigingsverordening geeft een ambtenaar een garantie dat hij nooit een lager
schaalbedrag kan gaan krijgen. Dit alleen met uitzondering van disciplinaire maatregel en na ontslag.
Bij een medische afkeuring komt het regelmatig voor dat een ambtenaar geschikt is om een lager
gewaardeerde functie te gaan vervullen. Het bovenstaande moet eigenlijk tot gevolg hebben dat als
een medewerker nu op bijvoorbeeld schaal 11 na afkeuring geschikt zou zijn als groenverzorger met
een schaal 3, en hij deze baan ook krijgt, toch in schaal 11 betaald moet blijven. Dit is uiteraard niet
de bedoeling. Voor de ambtenaar maakt het niet uit. Bij een lager schaalbedrag krijgt hij immers het
verschil tussen schaal 11 en schaal 3 van het ABP in de vorm van een herplaatsingtoelage. Die toelage
vormt een belangrijk aspect van de sociale zekerheid voor de ambtenaren, en is speciaal voor deze
situaties ontworpen.
Aangezien de Bezoldigingsregeling reeds bij invoering van de CAR/BUWO en het pensioenreglement
had moeten worden aangepast heeft deze wijziging een terugwerkende kracht tot 1 januari 1997,
zijnde de ingangsdatum van de nieuwe rechtspositieregelingen na de gemeentelijke herindeling.
Consequenties
De regelgeving wordt aangepast aan de bestaande praktijk.
Communicatie
Via publicatie in het Gemeenteblad
Commissiebehandeling
De Ondernemingsraad heeft met deze wijziging ingestemd.
De commissie middelen kan zich met dit voorstel verenigen
Agendapuntnummer 205
Anders dan bij het aanvaarden van passende of gangbare arbeid als bedoeld in artikel 7:2 en
7:3 van de CAR/BUWO, dan wel bij wijze van disciplinaire straf als bedoeld in artikel 16:1:2 van
de CAR/BUWO, kan zonder voorafgaand ontslag voor een ambtenaar geen salarisschaal gaan
gelden met een lager maximumsalaris dan dat van de reeds voor hem geldende salarisschaal.
-1-