Gemeente Breda Raadsvoorstel Registratienr: [9133] Dienst/afdeling: CUL/AD ad f. De post overig daalt met fl. 117.000,-- vanwege het feit, dat de kosten voor tijdelijke voorzieningen de geluidsisolatie van de huidige accommodatie aan het van Coothplein betreft. Bovendien kunnen reguliere vervangingsinvesteringen als p.c.'s en meubilair ten laste van het reguliere subsidiebudget gebracht worden. Bovendien vallen de ramingen voor de legeskosten en het toezicht in totaal fl. 55.000,-- positiever uit. ad g. In de vertrouwelijke bijlage van het raadsbesluit van juni 1999 is de verdeling van de post onvoorzien nader toegelicht. Daarin was een bedrag gereserveerd van rentestijgingen en de eventuele gevolgen van het feit, dat de bouwteampartijen er niet in zouden slagen om aan hun taakstellingen te voldoen. Deze kostenpost komt nu in het totaal uit op fl. 575.000,-, zodat er van de post onvoorzien van fl. 700.000,- nog een bedrag resteert van fl. 330.000,-. Gezien de uitzonderlijke constructie van dit utilitaire gebouw houdt deze resterende risicoreservering van 5% op de bouwkosten voor het uitvoeringstraject een risico in; Bij de dekking van de stichtingskosten is overigens nog geen rekening gehouden met de mogelijke subsidiebijdragen van derden (onder meer rijks- en provinciale overheid), met uitzondering van de KONVER-subsidie. Op dit moment wordt een veertiental aanvragen voorbereid voor onder meer subsidies met betrekking tot isolatievoorzieningen en verkeersvoorzieningen (fietsenkelder), alsmede subsidies op het vlak van cultuur. Feitelijke aanvragen kunnen pas worden ingediend bij besteksgereed zijn van het ontwerp, zodat het thans niet mogelijk is om bij benadering aan te geven op welk bedrag aan subsidies reëel gerekend zou kunnen worden. In het raadsbesluit van juni 1999 is vastgesteld, dat de subsidies zullen worden ingezet in het stichtingskostenbudget. Op die manier kan mogelijk het risico, dat de gemeente nu met de beperkte post onvoorzien loopt, beperkt worden. Gezien de bijzondere aard van het gebouw, de beperkte hoogte van de post onvoorzien, alsmede de onzekerheid over mogelijke subsidietoekenningen achten wij het raadzaam het risico, dat de gemeente met de realisering van Mezz loopt, expliciet te maken. In de voorbereidingen naar de Kadernota 2001 zal dit aspect bij de opstelling van de risicoparagraaf nadrukkelijk in de discussie hieromtrent worden betrokken. Nu de bouwteampartijen aangeven de nieuwbouw van Mezz met inbegrip van het programma van eisen binnen het stichtingskostenbudget van fl. 9,8 min te kunnen realiseren, is het moment van gunning aangebroken. Teneinde de gunning nog in december 1999 te kunnen doen plaatsvinden (noodzakelijke voorwaarde voor het verkrijgen van de Konversubsidie), is het procedureel noodzakelijk de gunning aan het college te mandateren onder de condities, dat de prijs reëel is (geen overmatige meerwerkrisico's), het programma van eisen gerealiseerd wordt en de bouwtechnische en bouwfysische kwaliteit voldoet aan de gestelde criteria. In het raadsbesluit van juni 1999 is aangegeven, dat inzake de exploitatie van Mezz overleg werd gevoerd met Horeca Nederland omtrent de paracommerciële activiteiten. Momenteel worden mogelijke organisatiemodellen door de stadsadvocaat nader uitgewerkt, zodat juridische en fiscale toetsing mogelijk is. Het uiteindelijke te kiezen organisatiemodel kan effecten hebben op de exploitatie. Na vaststelling van het definitieve model, waarin de nieuwbouw het beste kan worden geëxploiteerd zullen de mogelijk gewijzigde uitgangspunten voor Mezz in een nieuw ondernemingsplan moeten worden verwerkt. Het 3. De gunning 4. Exploitatie Mezz -5-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1999 | | pagina 1118