Afvalstoffenverordening Breda 2000
(Raadsbesluit nr. 9044, d.d. 25 november 1999)
Paragraaf 2
Vergunningverlening c.a.
Artikel 1.2.1
Beslissingstermijn l Burgemeester en wethouders beslissen omtrent een aanvraag om
vergunning of ontheffing als bedoeld in deze verordening binnen acht
weken na de dag waarop de aanvraag ontvangen is.
2 Burgemeester en wethouders kunnen hun beslissing voor ten hoogste acht
weken verdagen.
Artikel 1.2.2
Te late indiening aanvraag 1 Indien een aanvraag om vergunning of ontheffing wordt ingediend minder
dan drie weken voor het tijdstip waarop de aanvrager de vergunning of
ontheffing nodig heeft, kunnen burgemeester en wethouders besluiten de
aanvraag niet te behandelen, indien zij van mening zijn dat de aard van de
gevraagde vergunning of ontheffing zodanig is dat voor een verantwoorde
beoordeling van de aanvraag onvoldoende tijd aanwezig is.
2 Voor bepaalde door burgemeester en wethouders bij openbare kennis
geving aan te wijzen vergunningen of ontheffingen kan de in het eerste lid
genoemde termijn worden verlengd tot ten hoogste acht weken.
Artikel 1.2.3
Voorschriften en 1 Aan een krachtens deze verordening verleende vergunning of ontheffing
Beperkingen kunnen voorschriften en beperkingen worden verboden. Deze
voorschriften en beperkingen mogen slechts strekken tot bescherming van
het belang of de belangen in verband waarmee de vergunning of
ontheffing is vereist.
2 Degene aan wie krachtens deze verordening een vergunning of ontheffing
is verleend, is verplicht de daaraan verbonden voorschriften en
beperkingen na te komen.
Artikel 1.2.4
Persoonlijk of zakelijk De vergunning of ontheffing is persoonsgebonden, tenzij bij of
karakter van de vergunning krachtens deze verordening anders is bepaald,
of ontheffing