Overtreding van het bij of krachtens deze verordening bepaalde wordt gestraft met hechtenis van
ten hoogste twee maanden of een geldboete van de tweede categorie en kan bovendien worden
gestraft met openbaarmaking van de rechterlijke uitspraak.
Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening zijn belast de bij
besluit van burgemeester en wethouders aangewezen personen
De opsporing van de in deze verordening strafbaar gestelde feiten is, naast de in artikel 141 en 142
van het Wetboek van Strafvordering genoemde opsporingsambtenaren, opgedragen aan hen die
door burgemeester en wethouders met de zorg van de naleving van deze verordening zijn belast,
ieder voorzover het de feiten betreft die in de aanwijzing zijn vermeld.
1. Deze verordening treedt op 1 januari 2000 in werking
2. Op het in het vorige lid genoemde tijdstip wordt de Verordening Buitenruimte en Afval
Binnenstad Breda 1997 (BAB-verordening 1997) ingetrokken.
1Een ontheffing - hoe ook genaamd - verleend krachtens de verordening bedoeld in art. 10,
tweede lid blijft - indien en voor zover het verbod waarop de ontheffing betrekking heeft ook
vervat is in deze verordening - van kracht totdat de termijn waarvoor zij werd verleend is
verstreken of totdat zij wordt ingetrokken.
2. Voorschriften en beperkingen - hoe ook genaamd - opgelegd krachtens de verordening, bedoeld
in artikel 10, tweede lid, blijven - indien en voor zover de bepalingen ingevolge welke deze
voorschriften en beperkingen zijn opgelegd ook zijn vervat in deze verordening - van kracht tot
de termijn waarvoor zij werden opgelegd is verstreken of totdat zij worden ingetrokken.
3. Besluiten van burgemeester en wethouders, gebaseerd op de verordening, bedoeld in artikel 10,
tweede lid, blijven - indien en voor zover de bepalingen krachtens welke deze besluiten zijn
genomen ook zijn vervat in deze verordening- van kracht tot de termijn waarvoor zij zijn
genomen is verstreken of totdat zij worden ingetrokken.
Verordening Buitenruimte en Afval Binnenstad Breda 2000 (BAB-verordening 2000)
Raadsbesluit nr. 9044, d.d. 25 november 1999
Hoofdstuk 4 Straf- overgangs- en slotbepalingen
Artikel 7 Strafbepaling
Artikel 8 Toezichthouders
Artikel 9 Opsporingsambtenaren
Artikel 10 Inwerkingtreding
Artikel 11 Overgangsbepalingen
4