worden dat het geldingsgebied van de onderhavige verordening groter is dan het geldingsgebied van de Buitenruimteverordening. In lid 2 van het artikel is daarnaast een bevoegdheid voor burgemeester en wethouders opgenomen om ook andere gebieden aan te wijzen waarop de verordening betrekking heeft. Hiermee sluit het artikel aan op de Afvalstoffenverordening Breda 2000, waarin het college van burgemeester en wethouders de bevoegdheid is toegekend om de wijze van inzamelen vast te stellen; er kan zo beter worden ingespeeld op de praktijk. Doel van dit artikel is de binnenstad schoon en representatief te houden door te verbieden dat afvalstoffen of inzamelmiddelen op de openbare weg worden gezet om ze te bewaren of op te slaan of om ze -met het oog op de verwijdering daarvan- over te dragen of ter inzameling aan te bieden aan de inzamelende instantie. In lid twee is een aantal uitzonderingen opgenomen. Op de eerste plaats betreft het (deelstromen) van grof huishoudelijk afval. Grof huishoudelijk afval wordt in Breda, vanwege het onregelmatige karakter waarbij het vrijkomt, niet met een vaste frequentie maar op afroep ingezameld. Dit bete kent dat de burger de behoefte telefonisch meldt om zich van grof huishoudelijk afval te ontdoen. Na de melding wordt het adres ingepland in de dagelijkse grof huisvuilroutes. Uitgangspunt hierbij is dat de burger thuis is wanneer het afval wordt ingezameld. Indien dit niet het geval is kan de burger het tegen de gevel van zijn perceel plaatsen. In de Afvalstoffenverordening Breda 2000 wordt voor burgemeester en wethouders de mogelijkheid geboden om nadere regels te stellen omtrent het op afroep aanbieden van in te zamelen afvalstoffen. De verordening richt zich niet op permanente afvalinzamelmiddelen die geplaatst zijn op de openbare weg en die een collectief karakter hebben en richt zich ook niet op afvalinzamelmiddelen ten behoeve van incidenteel afvoer van afval. Of een plaatsing van deze inzamelmiddelen is geoorloofd, wordt getoetst aan de Apv en de Woningwet. Voorbeelden van permanente inzamelmiddelen op de openbare weg ten behoeve van collectief en/of publiek gebruik zijn bijvoorbeeld: - de van gemeentewege geplaatste bakken ten behoeve van de inzameling van glas. - van gemeentewege voorgeschreven afvalmanden/afvalbakken die worden geplaatst door de eigenaar, beheerder of de bedrijfsleider van een winkel, hal of kraam of soortgelijke gelegenheid waar eet- en/of drinkwaren worden verstrekt die ter plaatse in de open lucht plegen te worden genuttigd. - prullenbakken die van gemeentewege zijn geplaatst of voorgeschreven ten behoeve van het achterlaten van huishoudelijke afvalstoffen van zeer beperkte omvang of gewicht. - verzamelcontainers voor huishoudelijk afval die van gemeentewege zijn geplaatst bij hoogbouwvoorzieningen en concentraties van woningen. In het derde lid worden evenementen en markten uitgezonderd omdat dit tijdelijke activiteiten zijn waarbij gebruik wordt gemaakt van zowel minicontainers als rolcontainers om het afval bij de kramen tijdelijk op te slaan. De inzamelmiddelen worden tijdens of na de markt of het evenement geledigd en verwijderd. Verordening Buitenruimte en Afval Binnenstad Breda 2000 (BAB-verordening 2000) Raadsbesluit nr. 9044, d.d. 25 november 1999 Hoofdstuk 2 Plaatsen afvalstoffen en inzamelmiddelen Artikel 3 7

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1999 | | pagina 1164