Gemeente Breda Raadsvoorstel Registratienr: [8571] Dienst/afdeling: BD/3Z Op grond van boven samengevatte bezwaren meent de Stichting dat in plaats van een berekend negatief saldo van f.63.432,- een positief saldo moet worden gecalculeerd van f.82.723,- Naar aanleiding van het door de gemeente ten behoeve van de commissie voor bezwaar-en beroepschriften ingediende verweerschrift en gelet op het verhandelde tijdens de hoorzitting stelt de commissie vast dat de gemeente bereid is de bezwaarmakende Stichting op een aantal onderdelen tegemoet te komen. Het voorliggende geschil kan als gevolg daarvan worden teruggebracht tot de vraag of bij de vaststelling van het overhevelingssaldo terecht rekening is gehouden met het bedrag van f.250.000,- voor de bouwkundige aanpassingen aan basisschool De SpindelDeze bouwkundige aanpassingen hielden verband met de fusie van de basisscholen Brigida en De Tweeschaar te Bavel.] De commissie overweegt dienaangaande als volgt: Bezwaarmakende Stichting voert aan dat het vast te stellen overhevelingssaldo "andere voorzieningen" betrekking heeft op voorzieningen welke tot 1 januari 1997 door de gemeenten aan de schoolbesturen op grond van artikel 74 van de WBO werden bekostigd. De credieten voor de uitbreiding en aanpassing van de Brigidaschoolinclusief een bedrag ad f.250.000,-, heeft de raad van de gemeente Nieuw-Ginneken bij zijn besluit van 25 januari 1994 echter toegekend op basis van artikel 73 van de WBO. De raad van de gemeente Breda handelt dan ook in strijd met dit raadsbesluit door dit bedrag in mindering te brengen op de post "andere voorzieningen" welke op de voet van artikel 74 WBO werden vergoed. De commissie stelt vast dat de raad van de gemeente Nieuw-Ginneken blijkens het resumé zijn financiële medewerking aan de uitbreiding/aanpassing van de Brigidaschool inderdaad heeft gebaseerd op artikel 73 van de WBO Anderzijds merkt de commissie echter op dat uit het overzicht investeringskosten in het raadsvoorstel, zeker voor een deskundig te achten partij als het schoolbestuur, ondubbelzinnig blijkt dat de aanpassing van het bestaande schoolgebouw van de Brigidaschool voor een bedrag van f.250.000,- wordt gedekt uit een eenmalige aanwending uit de reserve "andere voorzieningen" en niet ten laste wordt gebracht van de kapitaaldienst waarop de lasten van investeringen drukken in de sfeer van (tijdelijke)huisvestingsvoorzieningen die vielen onder de werking van artikel 73 WBO(oud). Eerst in het najaar van 1994 spreekt de Stichting bij het gemeentebestuur van Nieuw-Ginneken haar verbazing uit over de financiering van genoemd bedrag van f.250.000,-, die zij beschouwt als "een sigaar uit eigen doos". Daarop motiveert het gemeentebestuur waarom de gekozen wijze van financiering verantwoord is en stelt zij bij B&W besluit van 10 januari 1995 de eindafrekening vast. Naar het oordeel van de commissie handelt de raad van de gemeente Breda niet onredelijk wanneer hij in het kader van de vaststelling van het overhevelingssaldo "andere voorzieningen" het litigieuze bedrag van f.250.000,- aanmerkt als reeds verrichte uitgave aan het schoolbestuur ex artikel 74 van de WBO. Op grond van het vorenstaande dient het saldo "overige voorzieningen" als volgt gecorrigeerd te worden: Aan de inkomstenzijde dient de van het Rijk ontvangen vergoeding te worden gecorrigeerd met een bedrag van: f. 2323,- Aan de uitgavenzijde worden de met het schoolbestuur verrekende uitgaven als volgt aangepast: het saldo "vervanging meubilair"wordt positief gecorrigeerd met f. 3917,61 het saldo "binnenonderhoud"wordt positief gecorrigeerd met f. 18729,39 Als gevolg van deze correcties wordt het oorspronkelijke negatieve bedrag van f.63.432,- dan f.38.462,- negatief. Bovenstaande mutaties leiden er toe dat de aan het primaire besluit ten grondslag liggende motivering onjuist is gebleken. Dit betreft evenwel een omstandigheid die in het kader van deze bezwaarschriftenprocedure kan worden hersteld. Een en ander heeft echter niet tot gevolg dat het bestreden besluit zou moeten worden herzien. Ook na bovenstaande correcties resteert een negatief saldo (van f.38.462,-), zodat het door de raad vast te stellen overhevelingssaldo wordt gehandhaafd op "nihil". -2-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1999 | | pagina 1227