Toelichting bij de Klachtenregeling Breda 1999 Algemene Toelichting: Per 1 juli 1999 is de Algemene wet bestuursrecht aangevuld met een hoofdstuk 9 over de interne behandeling van klachten door bestuursorganen. De in dit hoofdstuk opgenomen regels moeten worden opgevat als minimum-eisen waaraan een behoorlijke interne klachtenregeling moet voldoen. De vastgestelde regels hebben in hoofdzaak een dwingendrechtelijk karakter. Hoewel opneming van een uniforme regeling in de Algemene wet bestuursrecht het voordeel .biedt dat bestuursorganen niet ieder afzonderlijk regels in een klachtenregeling behoeven vast te leggen en de regels van de Algemene wet bestuursrecht op zichzelf voldoende voorziening bieden, achten wij het gewenst de regeling van de Algemene wet bestuursrecht te vertalen in een eigen gemeentelijke regeling. Hierdoor kan immers worden bereikt dat: Inzicht wordt gegeven in de wijze waarop de gemeente Breda uitvoering geeft aan een aantal, in de Algemene wet bestuursrecht aan bestuursorganen opgelegde verplichtingen; Waar nodig een aanvulling wordt gegeven aan de voorwaarden zoals die ingevolge de Algemene wet bestuursrecht gelden; Duidelijk wordt gemaakt hoe de gemeente Breda omgaat met sommige in de wettelijke regeling opengelaten vrijheden. Uit oogpunt van voorlichting en communicatie is het bovendien aantrekkelijk om de burgers een "eigen" gemeentelijke regeling te kunnen presenteren, vergelijkbaar met de al jaren geldende Klachtenregeling Breda 1995. Vanwege het in hoofdzaak dwingendrechtelijke karakter van de bepalingen van de Algemene wet bestuursrecht kan het niet anders dan dat in de voorgestelde gemeentelijke regeling, een groot aantal bepalingen direct is overgenomen uit de wet. Letterlijke herschrijving van de wettelijke bepalingen heeft het voordeel dat zowel voor de Algemene als de artikelsgewijze toelichting kan worden verwezen naar de parlementaire stukken. Een nadere toelichting is echter op zijn plaats bij die voorgestelde bepalingen die niet gelijkluidend zijn maar een aan-of invulling betekenen van de regeling van de Awb. In de hierna volgende artikelsgewijze toelichting zal,op deze modificaties worden ingegaan. Artikelsgewijze Toelichting: Artikel 1: Waar de wet uitsluitend in algemene termen spreekt over bestuursorganen worden deze in dit artikel voor de gemeente Breda nader geduid. Tevens wordt door de vermelding van de gemeentelijke commissies ex artikel 82 van de Gemeentewet invulling gegeven aan het bepaalde in artikel 9:3 van de Algemene wet bestuursrecht dat het bestuursorgaan zorg draagt voor een behoorlijke behandeling van klachten over gedragingen van bestuursorganen die onder zijn verantwoordelijkheid werkzaam zijn. In het tweede lid wordt voor de toepassing van de verordening een uitzondering gemaakt voor (gemeentelijke) klachtenregelingen die nopens bijzondere wetgeving tot stand zijn gekomen of nog tot stand zullen komen. Met name moet hierbij gedacht worden aan het beleidsterrein onderwijs, waarvoor specifieke wetgeving in een klachtenregeling voorziet. Artikel 3: In het derde lid is ten opzichte van de wettelijke regeling 9:4 van de Awb ook artikel 6:6 van de Awb (het gelegenheid bieden om een verzuim te herstellen) van overeenkomstige toepassing verklaard. Artikel 5: Aan de wettelijke bepaling 9:6 van de Awb is de verplichting toegevoegd om bij het bericht van ontvangst de klager tevens over de verdere procedure te informeren, waaronder informatie omtrent zijn mogelijkheid om zich bij uitblijven van een tijdige beslissing tot de Nationale Ombudsman te richten. Artikel 7:

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1999 | | pagina 1260