Gemeente Breda
Raadsvoorstel
Registratienr: [6342]
Dienst/afdeling: CON/CBB
3. Bereidheid gemeente om als gastgemeente op te treden
Voorts vraagt het dagelijks bestuur van het Stadsgewest Breda om aan te geven of gemeenten bereid zijn om
zich kandidaat te stellen als gastgemeente voor één of meer van de volgende taakgebieden:
a. Het regiobureau dat het overlegplatform van portefeuillehouders ondersteunt. Dit bureau omvat 4,24
formatieplaats, bestaande uit coördinerende/beleidsondersteunende en administratieve medewerkers.
b. De uitvoering van de regionaal aan te sturen volkshuisvestingstaken. Dit betreft 2,78 formatie-plaats,
bestaande uit inhoudelijk deskundigen op het gebied van RO/VHV en administratieve capaciteit. Hoewel
marginaal, is hierin niet begrepen de inzet vanuit de sector middelen van de huidige stadsgewestelijke
organisatie zoals bijvoorbeeld financiële verwerking van gegevens en archivering.
c. De beheersorganisatie voor het Kleinschalig Collectief Vervoer. Dit betreft thans twee
beleidsmedewerkers en twee administratieve krachten. In totaal 4 fte.
d. Het ondersteunend apparaat voor het beleidsterrein Sociaal Economische Samenwerking. Dit bestaat uit 4,5
formatieplaatsen, opgebouwd uit beleidsmedewerkers en administratieve krachten. Voor dit taakgebied
kunnen ook gemeenten uit het streekgewest intekenen.
Gastgemeente betekent dat het personeel in dienst treedt van (rechtspositionele regelingen) en fysiek gehuisvest
wordt bij één gemeente. Uitgangspunt is, dat de gemeente die zich beschikbaar te stelt als gastgemeente bereid
is het personeel dat door het huidige Stadsgewest Breda wordt ingezet over te nemen (mens volgt werk). De
kosten (personeel en materieel) voor de inzet van de medewerkers kan de gastgemeente verhalen op de andere
deelnemende gemeenten. Dit laatste moet nader schriftelijk worden geregeld tussen deze gastgemeente en de
overige deelnemers. Het extra bedrijfsrisico voor de gastgemeente wordt ook gedeeld met de overige
deelnemende gemeenten.
Het Stadsgewest vraagt niet of deze bereidheid ook bestaat ten aanzien van de regeling Afval en Milieu. Het
pesoneel daarvan zal in dienst treden van het Openbaar Lichaam waarvoor aparte rechtspositionele regelingen
gelden en waarvoor geldt dat het personeel apart gehuisvest zal worden. Gelet op de eerder gestelde
voorwaarden aan deelname aan deze regeling wordt voorgesteld het Stadsgewest mede te delen dat de
gemeente Breda tevens bereid het personeel van het Openbaar Lichaam Afval en Milieu op te nemen.
Voorstel:
Voorgesteld wordt de bereidheid uit te spreken om in principe als gastgemeente op te treden voor het
ondersteunend personeel van alle gemeenschappelijke regelingen met uitzondering van de Regeling
Volkhuisvesting maar inclusief de Regeling Afval en Milieu. Zoals hierboven gesteld opteren wij nadrukkelijk voor
het onderbrengen van het ondersteunend personeel ten aanzien van Kleinschalig Collectief Vervoer en Afval en
Milieu bij Breda en ondersteunen wij de gedachte dat het personeel van de Regeling Sociaal Economische
Samenwerking wordt ondergebracht bij het streekgewest.
4. Verdere procedure
Gelet op de zeer intensieve, gecompliceerde en zowel ambtelijk als bestuurlijk tijdrovende voorberei
dingsprocedure, hecht het Stadsgewest Breda eraan thans definitieve duidelijkheid te krijgen vóór het moment
waarop in een groot aantal gemeenten binnen onze regio de nieuwe gemeenteraden aantreden. Niet alleen
bestuurlijk is dit van groot belang maar ook voor het betrokken personeel is eindelijk, na jaren van onzekerheid,
thans duidelijkheid een "must". Gelijktijdig met de besluitvorming binnen de deelnemende gemeenten, dus in
januari/ februari zullen de uitvoeringsorganisaties voor de nieuwe regelingen ambtelijk worden uitgewerkt. Als
begin april duidelijk is welke gemeenten zich kandidaat stellen als gastgemeente voor één of meerdere
regelingen zullen de besprekingen met die gemeenten over voorwaarden, rechtspositieregelingen e.d. worden
opgestart. Voorzien is dat in mei/juni de besturen van de nieuwe regelingen worden bemensd en de contracten
met de gastgemeenten kunnen worden afgesloten.
Invulling van de ambtelijke organisaties (plaatsingsprocedures e.d.) kan geschieden in juni/juli. Zonder veel
oponthoud moeten de meeste regelingen naar verwachting per 1 augustus 1999 operationeel kunnen zijn. Dit is
uiteraard een zeer globaal tijdspad. De haalbaarheid daarvan is mede afhankelijk van een aantal externe factoren