In de periode 1997 - 1998 werd in het kader van het opzetten van een nieuwe subsidieregelgeving vooral het accent gelegd op het aanpassen van de bestaande subsidieregelgeving aan de Algemene wet bestuursrecht in zijn algemeenheid en aan de 3C tranche van deze wet in het bijzonder. Deze 3e tranche, die in werking trad per 1 januari 1998, richt zich (onder meer) vooral op de afhandeling van subsidie-aanvragen. Dit traject leidde tot het ontstaan van de Algemene Subsidieverordening Breda 1998 en de Beleidsregels subsidieverstrekking Welzijn en Arbeidsmarktbeleid 1999. Het verstrekken van subsidies is volgens de Algemene wet bestuursrecht hèt instrument om de uitvoering van overheidsbeleid te sturen: door middel van een financiële bijdrage kan de gemeente door haar gewenste activiteiten mogelijk maken en stimuleren. Subsidiebeleid is daarom niet los te zien van inhoudelijk beleid. Het onder 2 genoemde besluit betekent in de praktijk dan ook dat opnieuw bepaald moet worden welke activiteiten de gemeente van een zodanig belang vindt dat zij daar (in principe) een bijdrage aan wil geven, en hoe ze daar vorm aan wil geven. Om deze opdracht uit te werken werd eind 1998 een projectteam samengesteld, bestaande uit ambtenaren met kennis van het beleid op de genoemde terreinen en van de subsidiesystematiek van de voormalige gemeenten Breda (-oud), Nieuw-Ginneken, Prinsenbeek en Teteringen. Dit projectteam wordt ondersteund door medewerkers met financiële en juridische deskundigheid. Daarnaast wordt in de loop van het traject intern en extern aanwezige kennis ingeschakeld. Tijdens de onderzoeken die in de loop van het voorjaar 1999 werden uitgevoerd bleek niet alleen dat de hierboven onder 2 genoemde constateringen juist waren maar ook dat de subsidieregelingen en -richtlijnen verre van actueel waren. Verschillende regelingen en richtlijnen (en soms ook normbedragen!) dateren uit de tachtiger jaren en enkele zelfs uit zeventigerjaren en zijn daarmee meer dan een kwart eeuw oud. Dat betekent ook dat de regelgeving in veel opzichten niet meer aansluit op actuele maatschappelijke en sociale ontwikkelingen. Daarnaast werd steeds meer duidelijk dat er een sterke samenhang is tussen subsidies, tarieven en voorzieningen (in de vorm van sport-, welzijns- en multifunctionele accommodaties). Deze laatste twee onderwerpen werden daarom bij het project betrokken. Tenslotte werd er een koppeling gelegd met het vanuit SAW uitgevoerde project 'Kwaliteitsplan subsidies' dat moet leiden tot een kwalitatieve verbetering van het totale subsidietraject. Al bij de besluitvorming over de Kadernota 2000 bepaalde de raad dat er zo mogelijk per 2001 een nieuwe subsidieregelgeving van kracht moest te zijn. Het projectteam besloot de opdracht in de volgende volgorde af te werken: le De beleidsmatige uitgangspunten ofwel de principes. 2e De uitwerking per deelterrein in inhoudelijk, juridisch en financieel opzicht. 3e De uitvoeringsaspecten. 3 Nota 'Naar een nieuw Bredaas subsidiebeleid', versie 12-11-99

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1999 | | pagina 1357