Door het verkrijgen van 'erkenning' wordt het belang van het bestaan van deze organisaties
voor de Bredase samenleving erkend. De basissubsidie moet het organisaties mogelijk maken
als organisatie binnen het gemeentelijk beleid passende activiteiten te gaan organiseren. Het
al dan niet subsidiabel zijn van die activiteiten is vervolgens een ander aspect. Hiertoe zijn en
worden nadere criteria ontwikkeld waarop wordt teruggekomen in de hoofdstukken 3 en 4.
Erkenning en het kunnen verkrijgen van activiteitensubsidie hebben duidelijk met elkaar te
maken: alleen organisaties die erkend zijn komen in aanmerking voor een subsidie. Dit met
uitzondering van die organisaties die een beroep doen op bijvoorbeeld middelen vanuit de
buurtbudgetten en in het kader van het 'kleinschalig initiatief.
Een en ander houdt in dat ook het bestuur van een accommodatie die 'erkend' is subsidie kan
aanvragen in het kader van het (doen) organiseren van activiteiten.
Met betrekking tot de voorzieningen is de gemeente niet verantwoordelijk voor alle
ruimtelijke voorzieningen waar sprake is van activiteiten op het gebied van welzijn en cultuur.
Deze activiteiten vinden namelijk ook plaats in cafés (ontmoeting), fitnesscentra en
bioscopen. Er vindt daarom een afbakening plaats van die voorzieningen (accommodaties en
hun functies) waarvoor de gemeente wèj een primaire verantwoordelijkheid neemt (en
daarmee vallend binnen de grenzen van het gemeentelijk beleid) en waarvoor niet.
Een primaire verantwoordelijkheid wil zeggen: niet uitsluitend voorwaardenscheppend maar,
waar nodig, ook initiërend.
Het gaat daarbij om:
Er wordt hier nog geen uitspraak gedaan over de soorten en de aantallen
voorzieningen/accommodaties, de kwaliteit er van en de voorwaarden waaronder deze
beschikbaar worden gesteld. Zonder hier verder al een uitspraak te doen over de spreiding
(geografische laagdrempeligheid) ervan over de stad noemen wij hier een aantal van dit soort
voorzieningen:
Sociaal-culturele accommodaties:
voorzieningen die voor de gebruiker laagdrempelig zijn (qua geografische ligging en
financiële bereikbaarheid). Vaak is er in de activiteiten die daar plaatsvinden een
element van ontplooiing (bijvoorbeeld gespreksgroepen en educatief cursusaanbod),
maar ontmoeting, ontspanning en recreatie staat voor de deelnemer (meestal) voorop.
Bij dergelijke activiteiten moeten we denken aan repetities van het buurtkoor,
kindercarnaval, jongerendisco's, country-dansen voor ouderen, ontspanningsmiddagen
en bijeenkomsten voor allerhande groeperingen (waaronder bijvoorbeeld ouderen-,
vrouwen- en jongerenverenigingen) enz. Dergelijke activiteiten vallen onder de
noemer sociaal-culturele activiteiten.
Het belang ervan is dat juist dergelijke activiteiten op een natuurlijke wijze de
samenhang in wijken en buurten bevorderen.
- ruimtelijke voorzieningen ofwel accommodaties, binnen en buiten, die
laagdrempelig zijn,
en een
- brede functie vervullen
Nota 'Naar een nieuw Bredaas subsidiebeleid', versie 14-12-99
6
