De subsidiecriteria, die weer een relatie hebben met de hoogte van subsidies, komen in een
latere fase van het project aan de orde.
Als een bijzondere doelgroep wordt wel die van de vrijwilligers beschouwd. Zonder
vrijwilligers immers valt de bodem weg onder veel activiteiten. Er is daarom extra aandacht
nodig voor hun positie. Daaronder valt het, afhankelijk van de aard van de activiteiten en
deelnemers die door hen worden begeleid, hen door professionals (doen) ondersteunen.
Het toerusten van de vrijwilligers met kennis, kunde en vaardigheden om hen in staat te
stellen op verantwoorde wijze hun taken te vervullen beschouwen wij als een belangrijke taak
voor de gemeente.
Een aparte plaats is er ingeruimd voor de grote professionele instellingen zoals bijvoorbeeld
het IMW, het SOB en Vertizontaal. Dit zijn organisaties die qua omvang en professionaliteit
niet als vrijwilligersorganisaties dan wel als zelforganisatie zijn te beschouwen. In een bijlage
zijn de instellingen opgesomd die voorlopig tot deze groep organisaties worden gerekend.
De activiteiten die vanuit deze, en andere grote instellingen, worden ondernomen en/of
ondersteund zullen net als alle andere activiteiten waarvoor subsidie wordt aangevraagd,
worden beoordeeld aan de hand van de in de volgende hoofdstukken aangegeven
doelstellingen en functies. Dit in relatie tot wat er in de Kadernota 2000 is opgenomen over
een meer outputgerichte beoordeling van de subsidieaanvragen.
Om dit te kunnen bereiken zal in samenwerking met de in de bijlage genoemde organisaties
een project worden opgezet om te komen tot het beoogde resultaat.
Nota 'Naar een nieuw Bredaas subsidiebeleid', versie 12-11-99
8