3.3.4. Diversiteit De Bredase vertaling van de nota 'Ruim Baan voor Diversiteit' van het Ministerie van OC&W uit 1999 krijgt in het kader van het subsidiebeleid gestalte in de vorm van een breed geschakeerd cultuuraanbod in Breda: - Verscheidenheid in maatschappelijk opzicht: Leeftijd, religie, etniciteit en sociaal economische niveau en achtergrond. Verscheidenheid qua kunstdisciplines: Literatuur, muziek, dans, theater, film, beeldende kunst, cultuurhistorie en archeologie. - Verscheidenheid in aard en vorm: Incidenteel aanbod versus regulier aanbod. Professionals versus amateurs. Openbare versus besloten activiteiten. Massacultuur versus culturele activiteiten voor een klein en select publiek. - Bestuurlijke verscheidenheid: Culturele instellingen in hun eigenheid en samenhang. Vanuit democratisch oogpunt moet iedere kunstvorm vertegenwoordigd zijn en moet elke bevolkingsgroep kunnen deelnemen aan het culturele aanbod in actieve èn passieve zin. 3.3.5. Deelname Deelname aan culturele activiteiten, zowel actief als passief, is het recht van iedere inwoner van Breda. De rol van het onderwijs is daarbij essentieel: het stimuleren van het recht daarvan gebruik te maken; het onderwijs dient de leerlingen vertrouwd te maken met de culturele verworvenheden van de maatschappij. 3.4. De professionele kunsten. Voor de professionele kunsten gelden dezelfde algemene uitgangspunten als voor de amateurkunst, te weten: - kwaliteit. - nieuwe initiatieven. - deelname - diversiteit, dynamiek Onder professionele kunsten verstaan wij die culturele activiteiten doe door beroepskunstenaars worden gerealiseerd. 3.5. De vertaling naar de subsidiëring van culturele activiteiten: In het verlengde van bovenstaande worden inhoudelijke voorwaarden/criteria opgesteld aan de hand waarvan activiteitenplannen kunnen worden beoordeeld. Nota 'Naar een nieuw Bredaas subsidiebeleid', versie 12-11-99 11

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1999 | | pagina 1365