4.2.3. Het bevorderen van de leefbaarheid en veiligheid in wijken en buurten door
middel van onder meer sociale participatie.
In het verlengde van de eerder vermelde algemene doelstelling (een goede sociaal
maatschappelijke en culturele infrastructuur) draagt de gemeente bij aan het behoud en herstel
van de veiligheid in de woonomgeving. Belangrijke factoren hierin zijn: een goede fysieke en
economische infrastructuur, en een optimaal aanbod aan (binnen en buiten) voorzieningen
voor sport, spel en andere vormen van recreatie.
Regelmatig wordt er gesproken over een gevoel van onveiligheid binnen buurten en wijken.
Daarbij gaat het niet alleen om grotere en kleinere vormen van criminaliteit, vaak ontstaat het
gevoel door het gedrag van bepaalde categorieën jongeren. Daarbij is dan sprake van twee
aspecten: een openbare orde probleem en een welzijnsprobleem.
De interpretatie van dergelijke problemen kan variëren van een gebrek aan normbesef, via een
gebrek aan begrip voor het 'jong zijn' tot een gebrek aan passende voorzieningen en
activiteiten.
Het antwoord van de gemeente kan dan ook variëren van correctieve acties (HALT
bijvoorbeeld) tot het realiseren van voorzieningen (JOP's), en het stimuleren tot, het
faciliteren, ondersteunen en eventueel organiseren van activiteiten, met name in het kader van
jeugd, - en jongerenwerk, waarbij sociaal-culturele activiteiten vaak de ingang vormen.
Als (welzijns)doelstelling met betrekking tot de veiligheid van wijken en buurten kan worden
gesteld:
Het bevorderen van de veiligheid in wijken en buurten door:
- zorg te dragen voor voldoende voorzieningen (preventief)
- het bevorderen van de betrokkenheid van alle categorieën wijk- en buurbewoners bij het
op niveau houden, en zo nodig verbeteren van de woonomgeving;
het stimuleren van het organiseren, dan wel behouden, van activiteiten die de
leefbaarheid in de wijken en buurten kunnen vergroten.
het nemen van voldoende extra-maatregelen in het kader van zorg voor veiligheid.
4.3. Functies van de activiteiten.
Uit de diverse beleidsstukken en activiteitenprogramma's valt op te maken dat het brede
welzijnsbeleid in zijn algemeenheid gericht is op verbetering van de kwaliteit van het leven
door:
a) het voorkomen van achterstanden;
b) het bestrijden van achterstanden, waar deze worden geconstateerd;
c) het verder verbeteren van kwaliteit.
Dit geldt zowel voor individuele of categorieën burgers binnen hun persoonlijke
mogelijkheden en beperkingen, als ten aanzien van voorzieningen (stedelijk en in
wijken/buurten). Verder geldt het ook betreffende de leefbaarheid van wijken en buurten in
het algemeen.
Het bestrijden en voorkomen van achterstanden wordt vaak in een adem genoemd met als
achterliggende gedachte dat alleen bestrijden "dweilen met de kraan open" is.
Nota 'Naar een nieuw Bredaas subsidiebeleid', versie 12-11-99
15