Gemeente Breda Raadsvoorstel Registratienr: [9326] Dienst/afdeling: SAW/AB Betreft: Voorstel Motivering/Toelichting Agendapuntnummer 248 Aantal bijlagen: Voorstel tot het aangaan van een dadingsovereenkomst met dhr. H.J.Holman Inleiding Wegens onrechtmatige daad c.q. wanprestatie van de gemeente Breda ten opzichte van Holman heeft deze de gemeente betrokken in een civiele procedure en gevorderd dat de gemeente hem de door hem geleden schade zou vergoeden. 1. Besluiten tot het aangaan van een dadingsovereenkomst met dhr. H.J.Holman ter beëindiging van de tussen de gemeente Breda en Holman lopende civiele procedure inzake de tennishal op tennispark de Mark. 2. Het schikkingsbedrag vast stellen op f 115.000,-- all in. 3. Het bedrag ad f 115.000,- alsmede de door de stadsadvocaat nog in rekening te brengen kosten, ten laste te brengen van het productresultaat sport 1999 van de dienst SAW. De gemeente verhuurde gedurende een reeks van jaren in de periode 1 oktober tot 1 april een drietal tennisbanen op het tenniskomplex de Mark aan dhr. Holman. In die periode plaatste dhr. Holman over die banen een ballonhal en exploiteerde hij deze. In 1996 heeft uw raad financiële middelen beschikbaar gesteld om deze banen te renoveren. Dit was noodzakelijk omdat de banen gevaar opleverde voor de bespelers. De oorspronkelijke banen voldeden niet, qua maatvoering, aan de normen van de NOC/NSF en de KNLTB. Na renovatie dienden de banen wel te voldoen aan de normen. De beweerdelijke schade bestond hierin dat de gemeente hem voortzetting van de exploitatie van een tennishal op het tennispark De Mark onmogelijk maakte door de door hem gehuurde 3 tennisbanen te renoveren, zodanig, dat plaatsing van zijn tennishal op de gerenoveerde banen niet langer mogelijk was zonder forse investeringen. En dit op het moment dat de gemeente nog geen planologische zekerheid omtrent een permanente plaatsing kon geven. Het tussenvonnis* van de rechtbank was voor partijen aanleiding na te gaan of het geschil alsnog langs minnelijke weg geregeld kon worden. Op 21 juli 1999 heeft het college aan de stadsadvocaat machtiging gegeven om binnen een bandbreedte van f 90.000,-- en f 110.000,- tot een regeling te komen. De stadsadvocaat laat thans weten dat de wederpartij bereid is om de zaak op een bedrag van f 115.000,-- all in af te wikkelen. Tot een lager bedrag is, aldus de stadsadvocaat, dhr.Holman niet bereid. De gevorderde schade bestaat uit de volgende onderdelen: - een bedrag van f 50.000,- per jaar aan gemist exploitatieresultaat, gedurende 4 jaren, te vermeerderen met de wettelijke rente - een bedrag van f 3954,94 aan buitengerechtelijke kosten en een bedrag van f 1692,-- aan kosten NOC/NSF beiden vermeerderd met de wettelijke rente - alle schade tengevolge van het missen van de exploitatie van de luchthal vanaf de inwerkingtreding van het nieuwe bestemmingsplan - proceskosten Aan de raad wordt voorgesteld om ter beëindiging van de lopende procedure en ter voorkoming van verdere slepende en kostbare procedures accoord te gaan met het schikkingsvoorstel voor het genoemde bedrag van f 115.000,-. Een historisch overzicht ligt vertrouwelijk ter inzage. Holman stelt nog als nadere eis dat de vergoeding hem binnen 14 dagen na het raadsbesluit betaalbaar wordt gesteld. -1-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1999 | | pagina 1385