Gemeente Breda Raadsvoorstel Registratienr: [6080] Dienst/afdeling: SAW Onder schuldhulpverlening wordt verstaan de hulpverlening in problematische schuldsituaties in de vorm van schuldbemiddeling en schuldsanering op vrijwillige basis, al of niet in combinatie met budgetbeheer. Om herhaling van schuldsituaties te voorkomen is onlangs besloten in het kader van het armoedebeleid integrale lokale schuldhulpverlening tot stand te brengen. Hierbij gaat het om een samenwerkingsverband tussen het Instituut voor Maatschappelijk Werk (IMW), Sociale zaken en de GKB. Deze samenwerking heeft tot doel zowel een aanpak van de materiële als de met (het ontstaan van) de schuldsituatie samenhangende immateriële problematiek. In de rij van instrumenten is nu het sluitstuk gebracht: de wettelijk verplichte schuldsanering. Met deze sanering is de schuldenaar na maximaal 3 jaar bevrijd van zijn schuldenlast. Bij faillissement wordt hij of zij veel langer met de schuldenlast geconfronteerd. Gelet op de ervaringen van de Gemeentelijke Kredietbank op het terrein van schuldhulpverlening en budgetbeheer alsmede gelet op de rol van de GKB in het armoedebeleid ligt het voor de hand en past het in het Bredase armoedebeleid om de GKB inderdaad te laten optreden als bewindvoerder in het kader van de wettelijke schuldsanering. Het opdragen van deze taak is echter mede afhankelijk van met name financiële aspecten. Consequenties FINANCIEEL Alvorens in te gaan op de financiële aspecten is het van belang na te gaan, welk beslag wordt gelegd op de personele capaciteit van de GKB. Hierbij dient opgemerkt te worden, dat het daarbij met name ten aanzien van de structurele taken om inschattingen gaat. Ervaring met de wet is er nog niet. Immers, een wettelijke schuldsanering is anders dan een faillissement, waarbij men veelal te maken heeft met bedrijven en veel minder met natuurlijke personen. In het hiernavolgende wordt ervan uitgegaan dat de werkzaamheden die samenhangen met het bewindvoerderschap zich beperken tot de gemeente Breda. Uiteraard is het mogelijk om het bewindvoerderschap ook voor andere bij de Gemeentelijke Kredietbank aangesloten gemeenten op te nemen, waarbij dan op basis van een vaste verdeelsleutel een eventueel tekort door die gemeente(n) bijgepast moet worden. Eenmalige kosten Opleiding tot bewindvoerder. Er zijn 3 opleidingen voor bewindvoerders gepland. Vanuit de Gemeentelijke Kredietbank zijn daarvoor 2 personen aangemeld; 1 persoon is inmiddels aan de opleiding begonnen, terwijl de tweede onder het voorbehoud van het gaan uitvoeren van bewindvoerderstaken door de Gemeentelijke Kredietbank, in maart 1999 aan de opleiding zal deelnemen. Aan deze opleiding zijn geen extra kosten verbonden. De structurele kosten Hoeveel zaken? Landelijk worden 12000 zaken per jaar verwacht. Niet duidelijk is, waarop dit aantal gebaseerd is. Het inschatten van aantallen kan worden ingegeven vanuit een optimale werking van de wet, hetgeen betekent dat slechts weinig zaken voor de rechter zullen komen, omdat de schuldeisers uiteindelijk toch aan een minnelijke regeling meewerken om daarmee te voorkomen, dat de rechter een schuldsanering oplegt. Anderzijds zou men ervan uit kunnen gaan dat iedere schuldeiser zal trachten zijn gelijk bij de rechter te halen, hetgeen kan worden bereikt door structureel niet mee te werken aan een minnelijke regeling. In een door VB/Deloitte en Touche uitgebrachte rapport over de Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen wordt een mogelijk aantal bewindvoeringen genoemd van 8750 per jaar, afgeleid van het CBS-cijfer inzake faillissementen. Voor het arrondissement Breda komen zij dan uit op 613 bewindvoeringen. Uitgaande van een gelijke verdeling tussen Breda en Tilburg zou het dan gaan om 300 zaken op jaarbasis.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1999 | | pagina 138