Gemeente Breda Raadsvoorstel Registratienr: [6080] Dienst/afdeling: SAW Aangenomen wordt dat er zich in het eerste jaar 200 zaken zullen aandienen. De daarop volgende jaren gemiddeld 100 zaken. Na 2 jaar zijn er 300 zaken. Aangenomen wordt dat de zaken geleidelijk in de loop van het jaar binnenkomen. Dit betekent, dat er in 1999 gemiddeld 100 zaken zullen zijn, oplopend tot gemiddeld 350 zaken in 2002, terwijl pas in 2003 het ideale gemiddelde van 300 zaken zal zijn bereikt (zie bijlagen). Hoeveel tijd per zaak? In de in de bijlagen opgenomen berekening wordt uitgegaan van 37,1 uur per zaak over een periode van 3 jaar. Dit is gebaseerd op de hiervoor bedoelde rapportage van VB, waarbij uitgegaan wordt van gemiddeld 8,5 uur per zaak per bewindvoerder per jaar en gemiddeld 3,8 uur aan administratieve ondersteuning per jaar. Echter de verdeling van de werkzaamheden over de jaren kent een dalend verloop (zie bijlagen). Pas in 2003 zullen de bewindvoerderszaken zodanig verdeeld zijn over de jaren, dat er zich een ideaalverdeling van de leeftijd van de zaken voordoet. Eerst dan zal de hierboven genoemde gemiddeld benodigde tijd per zaak zijn bereikt. Vergoeding per zaakVergoeding per zaak De vergoeding, die de gemeente ontvangt bedraagt 1250,- inclusief ofwel 1.054,-- exclusief btw per zaak. 70 daarvan ontvangt de gemeente als voorschot bij aanvang van de bewindvoering, 30 na volledige afwikkeling van de bewindvoering. Daarnaast ontvangt de gemeente als "salaris" voor het bewindvoerderschap uit de boedel van de betrokkene 50,-- exclusief btw per maand. In de bijlagen is aangegeven hoe de opbrengsten over de jaren zijn verdeeld. De lasten en baten De lasten bestaan uit de salariskosten van de bewindvoerders en de administratieve ondersteuner. Hiernaast worden ten behoeve van de bewindvoerders kosten gemaakt voor een aansprakelijkheidsverzekering. De kosten lopen op van 222.650,- in 1999 tot 373.640,- in 2001. Daarna nemen de kosten weer af tot 324.700,- in 2003, wanneer de ideale verdeling is bereikt. Vervolgens blijven de kosten gelijk. De baten fluctueren in de jaren 1999 t/m 2002 als gevolg van de financiering. Pas in 2003 wordt daarbij het ideale gemiddelde bereikt van 286.383,- (zie bijlagen). De opbrengsten overstijgen de uitgaven niet. Daardoor blijft een deel van de lasten voor rekening van de gemeente. Deze kosten kunnen worden opgevangen binnen het produkt bijzondere bijstand. Dit strookt met de kosten van armoedebestrijding die eveneens gedeeltelijk uit dit budget worden bestreden, waarbij onder meer te denken valt aan de kosten van de lokale integrale schuldhulpverlening. In het geval dat minder dan de genoemde aantal zaken worden behandeld, zullen de betrokken medewerkers ingezet kunnen worden voor de schuldhulpverlening. Hierbij speelt dan echter wel dat de vergoeding achter blijft bij de geprognostiseerde opbrengsten. Dit wordt echter ook landelijk gemonitord. Hoewel geen toezegging is gedaan, ligt in het in de lijn der verwachtingen, dat de vergoedingen per zaak dan zullen worden verhoogd. Ten aanzien van de salarissen kan zich de situatie voordoen dat de betrokken schuldeiser dit niet kan vergoeden. Gelet op de individuele omstandigheden kan dan voor die voor de betrokkene noodzakelijke vergoeding bijzondere bijstand worden verstrekt. Conclusie Het bewindvoerderschap past in het Bredase armoedebeleid en het beleid dat wordt gevoerd op het terrein van lokale integrale schuldhulpverlening. In die zin past het om in Breda het bewindvoerderschap uit te voeren. Hierbij ware vooralsnog uit te gaan van 2 bewindvoerders (2 fte's). Een voorzichtige start met 2 bewindvoerders lijkt voor het eerste jaar in de rede te liggen, aangezien nog geen duidelijkheid bestaat over de juistheid van inschattingen, de effecten van de wet en er bovendien in het eerste jaar niet onmiddellijk 200 of 300 gevallen zullen zijn. Zonodig dienen meer bewindvoerders te worden

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1999 | | pagina 139