Gemeente Breda Raadsvoorstel Registratienr: [9439] Dienst/afdeling: CON/CBB Medezeggenschap Besluit tot fusie 2. Juridisch kader Voorafgaande besluitvorming plaatsgevonden ligt in het feit dat er eerst meer duidelijkheid zou moeten bestaan over de budgettaire consequenties van de voorgenomen fusie. Verder bestaat het tekort uit de gevolgen van de stijging van het aantal inwoners fl. 43.170,-), de eenmalige frictiekosten 2000 fl. 41.346,-- en een niet nader verklaard restantbedrag van fl. 6.021,-. De eenmalige frictiekosten 2000 ad./ 41.365,- te dekken ten laste van de stelpost onvoorzien 2000. Voor wat betreft de structurele budgetbijstelling ad 261.977,- wordt voorgesteld de financiële dekking vanaf het begrotingsjaar 2000 te betrekken bij de voorbereiding van de Kadernota 2001 De dagelijkse besturen van de gewesten hebben over de voorgenomen fusie uitgebreid overleg gevoerd met de Ondernemingsraden; c.q. onderdeelcommissie. Op formele momenten in de besluitvorming is steeds het advies van de beide O.R.'s gevraagd. Deze stemmen in met de voorgenomen fusie. Al in een vroegtijdig stadium is besloten het sociaal statuut, dat destijds is opgesteld voor de voorgenomen fusie van de twee gewesten, van toepassing te verklaren op het fusieproces voor de GGD-en. Daarmee was het sociaal kader voorhanden. Wel is met het georganiseerd overleg nog uitgebreid overleg gepleegd over een aantal uitvoeringskwesties. Uiteindelijk is hierover met het GO overeenstemming bereikt. De stuurgroep voor de vorming van de GGD West-Brabant is - zoals blijkt uit het voorgaande - inmiddels zover gevorderd, dat ook de formele besluitvorming nu kan worden opgestart. De portefeuillehouders volksgezondheid zijn hierover geraadpleegd en adviseren positief. Op grond van het bovenstaande stellen wij U dan ook voor te besluiten in te stemmen met de voorgenomen fusie en daartoe een gemeenschappelijke regeling aan te gaan. In het oorspronkelijke bedrijfsplan voor de nieuwe GGD West-Brabant - zoals dat door uw raad vastgesteld is - wordt gekozen voor het tot stand brengen van een functionele gemeenschappelijke regeling, specifiek voor de op te richten GGD. De portefeuillehouders volksgezondheid gaan het bestuur van de nieuwe GGD vormen. Tijdens het fusieproces hebben zich echter een aantal ontwikkelingen binnen de openbare gezondheidszorg voorgedaan. Deze hebben voor de dagelijkse besturen van de twee gewesten aanleiding gegeven, zich nader over de juridische inbedding van de GGD, in relatie tot de hierna te noemen aanpalende taakvelden, te beraden Onderstaand wordt een beschrijving van die ontwikkelingen gegeven. A. de vorming van een GHOR- West-Brabant. Onder impuls van en financieelgesteund door de rijksoverheid, zijn overal in het land regio's aan de slag gegaan om te komen tot een versterking van de organisatie voor de geneeskundige hulpverlening bij ongevallen en rampen GHOR Binnen de kaders van een landelijke projectorganisatie, zijn er binnen de regio's daarvoor plannen van aanpak opgesteld. Ook in West-Brabant is zo'n plan van aanpak opgesteld, met daaraan gekoppeld het verzoek om - in relatie tot de structureel beschikbaar komende rijksmiddelen - de gemeentelijke bijdrage voor de GHOR te verhogen met fl. 0,50 per inwoner. Deze bijdrage is voor 2000 geraamd in de bijdrage voor de GGD, waarmee de gemeenten fl. 0,94 per inwoner bijdragen aan versterking van de GHOR-functie en opbouw van een GHOR-organisatie. Overigens zal - omdat de GHOR een zelfstandige organisatie wordt - de gemeentelijke bijdrage voor de GHOR apart worden begroot en dus uit het bedrijfsplan van de GGD verdwijnen. De GHOR-organisatie dient herkenbaar en autonoom bestuurlijk te worden aangestuurd door de portefeuillehouders openbare orde en veiligheid. Dat kan ook om daarvoor een aparte gemeenschappelijke regeling aan te gaan. B. de RAV West-Brabant. Het rijk streeft op regionaal niveau naar het tot stand komen van Regionale Ambulancevoorzieningen. Daarin moeten de centrale post ambulancevervoer (CPA) en de publieke en particuliere ambulancediensten gaan -3-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1999 | | pagina 1404