Gemeente Breda
Raadsvoorstel
Registratienr: [6350]
Dienst/afdeling: GGD/VGZ
deze aanvullingen en wijzigingen aan de orde. In concrete gaat het om het Bedrijfsplan inclusief de
volgende stukken:
het verslag van de bijeenkomst van de Portefeuillehouders Volksgezondheid van 16 december 1998
en de beantwoording van de aldaar gestelde vragen;
de beantwoording van tijdens het Ambtenaren Overleg Volksgezondheid van 7 januari 1999 gestelde
vragen;
de besluitvorming in het Portefeuillehouders Overleg Volksgezondheid van 21 januari 1999 (zoals
verwoord in het D.B.-voorstel van 25 januari 1999);
de Second Opinion van VB Deloitte Touche van 25 januari 1999;
Al deze stukken treft u bijgaand aan. Het, overigens positieve, definitieve advies van de O.R. wordt zo
spoedig mogelijk nagezonden (verschijnt naar verwachting 25-1 of 26-1). Ook het D.B. van het
Stadsgewest Breda besloot in de vergadering van 25 januari 1999 positief over de fusie.
Voorstel
Instemmen met het inliggende Bedrijfsplan GGD West Brabant, dit echter nadrukkelijk inclusief alle
aan de hand van de besprekingen van dit plan verschenen aanvullingen en wijzigingen die betrekking
hebben op de inhoud van het Bedrijfsplan;
Derhalve instemmen met een fusie tussen de GGD Stadsgewest Breda en de GGD Streekgewest
Westelijk Noord-Brabant;
Ten behoeve van de implementatie van het Bedrijfsplan en het treffen van noodzakelijke maatregelen
om per 1 januari 2000 te starten met de nieuwe GGD instemmen met het van start gaan van fase 3;
daartoe in te stemmen met tijdelijke machtiging van een te formeren kernbestuur, bestaande uit de
thans functionerende Stuurgroep Fusie;
Motivering/Toelichting
Concluderend kan gesteld worden dat met het Bedrijfsplan en de bedoelde aanvullingen en
wijzigingen de basis gelegd wordt voor één GGD in West Brabant die voldoet aan de belangrijkste
voorwaarde, zijnde 'handhaving van de bestaande kwaliteit voor dezelfde prijs'.
Wat betreft de kwaliteit worden in het Bedrijfsplan als kwalitatieve versterking genoemd: het op peil
brengen van de formatie ten behoeve van de medische milieukunde en de hygiënebegeleiding
kinderopvang, de toevoeging van een fulltime kwaliteitsfunctionaris, van een 0,3 fte p.r.-medewerker
en een beleidsmedewerker Openbare Geestelijke Gezondheidszorg. Daarnaast wordt vermeld dat in
de formatieberekening rekening gehouden is met productontwikkeling en accreditatie. Ook wordt
kwaliteitsverbetering onderbouwd met het geven van de mogelijkheid om locaal producten in te
kleuren.Het gaat daarbij met name om de producten beleidsadvisering, open cursusaanbod
jeugd/projecten voor locaal gezondheidsbeleid en gezondheidsbevordering algemene bevolking. Wij
zijn van mening dat het kwaliteitsaspect zorgvuldig aandacht heeft gekregen in het Bedrijfsplan, maar
zullen dit aspect tijdens het verdere fusieproces voortdurend blijven toetsen. Wat betreft enkele
producten hebben wij gevraagd om duidelijk zichtbaar te maken op hoeveel uren onze gemeente
recht heeft.
Financieel gezien verwijzen wij naar bijgevoegd overzicht. Daaruit blijkt dat het verschil in GGD-kosten
óór en na fusie afgerond ca. f 0,20 per inwoner (fl. 31.700,--) in het voordeel van Breda bedraagt. In
dit bedrag is nog geen rekening gehouden met de frictiekosten (begroot op f 800.000,--) en eventuele
andere risico's (verplaatsing personeel, huisvesting). Uitgaande van de afspraak dat de frictiekosten
verdeeld worden op basis van het per gemeente genoten voordeel, betekent dat voor Breda dat de
fusie budgettair neutraal verloopt.
VB Deloitte Touche concludeert in haar Second Opinion dat de toegepaste systematiek bij de
opstelling van het Bedrijfsplan aanvaardbaar is, het model consistent is opgebouwd en als zodaning
het Bedrijfsplan een goede basis vormt voor de besluitvorming over de fusie. Ten aanzien van de