Gemeente Breda Raadsvoorstel Registratienr: [5935] Dienst/afdeling: RME/RO 2. de aanvullende wensen van de Vereniging Binnenstad Breda op het gebied van taxi-faciliteiten, een flexibel-dynamisch afsluitsysteem, herinrichting van het busstation, een gelimiteerde snelheid van bus sen op de route Houtmarkt-Karnemelk-straat, snelle invoering van milieuvriendelijke bussen en een evenwichtiger lijnverdeling meenemen bij de uitwerking van de Oost-/Westflank, de V.C.P.- binnenstad-maatregelen c.q. de toekomstige openbaar vervoer-plannen. Motivering/Toelichting Relevante besluitvorming uit het nabiie verleden en achteraronden De in 1996 genomen besluiten over het openbaar vervoer in het kader van het Verkeerscirculatieplan Binnenstad (V.C.P.) luiden A) "in principe een openbaar vervoer lijnvoering volgens de schampvariant, waarbij de Karnemelkstraat als busroute vooralsnog open blijft, tot het moment waarop volgens de fasering een nieuw besluit betreffende de herinrichting ter plaatse aan de orde is, nl. na de verkeerskundige voltooiing van de vernieuw- de westflank en realisering van nieuwe snelle busroutes in het stationsge bied." B) "herinrichting van het Van Coothplein-oost waarbij toekomstig busverkeer niet bij voorbaat onmogelijk wordt gemaakt." In de schampvariant passeren de bussen niet meer de Karnemelkstraat-Houtmarkt-Oude Vest(-west) en kruisen geen looproute voor het winkelend publiek meer ter hoogte van de Ginneken- straat/Eindstraat en de Houtmarktpassage/ Halstraat. Het verblijfsklimaat verbetert. Vanwege een aantal vervoerkundige nadelen (vooral het ontbreken van een netwerk-schakel oost west en van een centrale busroute en -halte) is de vervoerwaarde van de Schampvariant minder gunstig dan die van de Karnemelkstraat-variant. Volgens het VCP-Binnenstad moeten bij een nadere studie naar de varianten de concrete mogelijkhe den voor een netwerkschakel zowel via de Karnemelkstraat als over het Van Coothplein-oost worden meegenomen t.b.v. een zuivere afweging. Bij het besluitvormingsproces aangaande het VCP-binnenstad kunnen de volgende factoren en achtergronden onderkend worden. 1) De principe-keuze voor de Schampvariant is voornamelijk ingegeven vanuit ruimtelijke overwegingen de Karnemelkstraat-Houtmarkt als verblijfsruimte zonder busverkeer (wel met fietsverkeer) en dus ook zonder kruisingen bussen-voetgangers. Een niet optimaal verblijfsklimaat werd ook slecht geacht voor de winkelende consument. 2) Aan het vervoerwaarde-aspect werd een minder prominent belang toegekend. De slechtere vervoer-waarde van de Schampvariant moest verbeterd worden door o.a. strikte doorstromingscondi ties. Tevens moest een nadere studie naar de mogelijkheden voor een dwarsschakel geïnitieerd worden. Hiermee achtte men het Bredase mobiliteitsbeleid (Nota SW-Breda, vastgesteld 1991), waarin een goed openbaar vervoersysteem een belangrijke functie vervult, voldoende ingevuld. 3) Openbaar vervoer-aspecten zoals de (in-)flexibiliteit van het lijnennet en financieel-exploitatieve aspecten (consequenties voor O.V.-budget, rijksbijdrage) speelden nauwelijks een rol bij de destijds gemaakte afwegingen. 4) Er was geen breed maatschappelijk draagvlak voor één bepaalde variant. De meeste ondernemersorganisaties binnenstad hadden bezwaren tegen 'doorsteek'-varianten, de bewonersorganisaties juist niet (uitgezonderd de Van Coothplein-variant). Er heeft inmiddels een aantal ontwikkelingen plaatsgevonden die een ander licht werpen op het gewicht van de destijds in de afwegingen betrokken aspecten. a

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1999 | | pagina 254