Gemeente Breda
Raadsvoorstel
Registratienr: [5935]
Dienst/afdeling: RME/RO
3 Het gebied tussen Karnemelkstraat en Oude Vest, de Houtmarkt, neemt een bijzondere positie in.
Hier is de voetganger absoluut de belangrijkste gebruiker met al zijn kris-kras oversteekbewegingen.
Voorgesteld wordt om over dit heie gebied een strip van afwijkende verharding aansluitend bij de
karakteristiek van de binnenstad heen te leggen, die zowel de gehele Houtmarkt als de beide noord
zuid oversteekpunten accentueert. Het bus- en fietsverkeer moet hier een langgerekt voetgangers
plateau oprijden. De aanduiding van rijstroken op het plateau wordt hier teruggebracht tot een
minimum om enerzijds de voetganger zoveel mogelijk bewegingsvrijheid te geven en anderzijds de
bus en fiets toch nog in snelheid af te remmen.
Belangrijk is de ruimtelijke situatie ter hoogte van de voetgangersoversteken bij de Halstraat en vooral
de Eindstraat. Het is van groot belang, dat voetgangers hier een relatief gemakkelijke passage
ervaren, terwijl tegelijkertijd de verkeersveiligheid voldoende gewaarborgd dient te zijn in verband
met het passerende bus- en fietsverkeer. Dit laatste vereist een bepaalde vorm van regulering door
middel van bijv. waarschuwingslichten en een akoestisch signaal bij nadering van bussen. Tevens
moeten bussen en fietsers kort vóór de voetgangersoversteek het plateau oprijden. Het voldoen aan
deze voorwaarden staat zonder meer voorop bij de nadere ruimtelijke detaillering. Uit de ver
keersveilig heidscijfers van de met verkeerslichten geregelde kruising Karnemelkstraat/Eindstraat over
de laatste vijfjaar blijkt overigens, dat zich geen enkel ongeval heeft voorgedaan waarbij bussen
betrokken waren. Bijzondere aandacht vraagt ook de passage aan de straatzijde van de Houtmarkt.
Een verbetering van de aankleding en verlichting van de arcade met zijn kolommen is noodzakelijk om
de gewenste kwaliteit voor voetgangers te kunnen realiseren. Tevens moeten de aanwezige winkels
een etalage-/vitrine-achtige invulling maken aan de zijde van de arcade. Deze kwaliteitsverbetering is
overigens ten alle tijde wenselijk, dus ook in een situatie zonder busverkeer. Een extra doorsteek naar
de passage vanaf de Houtmarkt kan bijdragen aan een meer positieve beleving en meer voetgangers
bewegingen.
Tussen de busroute en het fietspad komen langs het gehele tracé om de 15 meter bijzondere verticale
elementen te staan die de route begeleiden en daarnaast voor
verlichting en andere gebruiksmogelijkheden zorgen.
De boomclusters van de oost- en westflank worden via een losse strooiïng van bomen over het tracé
Oude Vest/Houtmarkt/Karnemelkstraat met elkaar verbonden. Deze bomen kunnen uitgroeien tot
markante bomen die plekken markeren en verbijzonderen.
Overige ontwikkelingen
1) Vervoerwaarde en exploitatie van het locale openbaar vervoer.
Een hoge vervoerwaarde is cruciaal voor het mobiliteitsbeleid en schept betere voorwaarden voor
behoud van een optimale rijkssubsidie en het kunnen opvangen van toenemende rijksbezuinigingen.
De rijkssubsidie-systematiek is nl. sterk afhankelijk gemaakt van de kosten-baten verhouding in het
O.V. Bovendien worden bezuingingen a.h.w. door deze systematiek heen vervlochten.
Drie factoren bedreigen de budgettaire situatie:
a) De vermenigvuldigingsfactor voor de rijksbijdrage-berekening nl. 1,5 maal de
vervoeropbrengsten, wordt door het rijk langzaam maar zeker teruggebracht. Ca. 20 van de
rijksbijdrage is afhankelijk van zaken als bevolkingsdichtheid.
b) Als de opbrengsten verminderen, verslechtert de financieel-exploitatieve situatie meer dan
evenredig, omdat ook de rijksbijdrage hieraan gekoppeld is. Een terugloop van de opbrengsten met
bijv. 100.000,- in jaar x leidt tot een subsidieverlies van ca. 180.000,- zodat het totale budget voor
jaar x+1 met bijna 300.000,- terugloopt.
c) Het subsidiebudget van het rijk is geplafonneerd. Dit geeft de volgende effecten. Als de Bredase
O.V.-opbrengsten even hard stijgen als de gemiddelde landelijke groei, blijft de rijkssubsidie gelijk.
Groeit de Bredase vervoeropbrengst harder, dan stijgt de rijksbijdrage. Is de Bredase stijging lager
dan de landelijke, dan daalt de rijkssubsidie en is het effect hetzelfde als genoemd onder b).