Gemeente Breda Raadsvoorstel Registratienr: [5935] Dienst/afdeling: RME/RO a) kwartierfrequenties op alle lijnen (voortvloeiend uit het in 1991 door uw raad vastgestelde Structuurschema Verkeer en Vervoer); b) een substantiële reizigerswinst, oplopend tot minstens 20 na het realiseren van de Oost- westflank (ook als deze beoogde groei leidt tot exploitatie-tekorten); c) kostendekkingsgraad van 40 (op basis van totale kosten) zoveel mogelijk benaderen; d) kostenbesparing van ca. 500.000,- onder meer als gevolg van aanbesteding in het locale O.V. en het niet meer aan het reguliere O.V.-budget onttrekken van dotaties t.b.v. de Reserve Openbaar Stadsvervoer; e) beperking tot stadslijnen (hoewel over streekvervoer wel kwalitatieve uitspraken mogelijk zijn). Wat betreft het financiële verhaal zijn twee belangrijke kanttekeningen te maken. Ten eerste zal de fase-gewijze herinrichting van de de Oost-/Westflank gedurende een aantal jaren vrij sterke negatieve effecten teweegbrengen voor de stadsdienst-exloitatie vanwege continue omleidingen als gevolg van werkzaamheden en reconstructies van wegvakken. Ten tweede heeft het nieuwe kabinet een nieuwe bezuingingsronde voor het O.V. afgekondigd (75 miljoen per jaar landelijk voor stad- en streekvervoer). Van de al eerder vermelde 600.000,- verlaging van de rijksbijdrage aan Breda in 1999, is 200.000,- toe te schrijven aan bezuinigingen. Overleg met binnenstadsoraanisaties Met in het achterhoofd de bovenstaande resultaten heeft ons college gesprekken gevoerd met relevante binnenstadsorganisaties (bij de ondernemers ook koepelorganisaties). De discussie droeg een constructief en open karakter. Van gemeentezijde is daarbij steeds het streven benadrukt naar een zo groot mogelijk draagvlak voor eventuele besluiten. Tevens werd aangegeven, dat de besluiten in het kader van het V.C.P.-Binnenstad onverkort worden gehandhaafd. De Stichting Bewoners Stadshart en de Stichting Buurtbeheer Chassé - Oud Boeimeer hebben een dui delijke voorkeur voor een oost-west verbinding bij de Karnemelkstraat. Men ziet geen enkel maatschappelijk draagvlak voor een bus-doorsteek bij het Van Coothplein. Overigens verzoeken het Gehandicapten Platform Breda en de Stichting Ouderenwerk Breda met klem de centrale halte nabij de Oude Vest te handhaven, met name vanwege de relatief korte loopafstand naar het centrum voor ouderen en slecht ter been zijnden. De toenemende vergrijzing maakt het belang van een voor ouderen zo gunstig mogelijk gelegen centrale bushalte nog groter. De Vereniging Binnenstad Breda (V.B.B.) en het Centrummanagement hebben gezamenlijk een enquête gehouden onder de ondernemers in de binnenstad (enquête-formulier met toelichting De respons op de enquête bedroeg ca. 75 Een zeer ruime meerderheid van de geraadpleegde ondernemers (bijna vier op de vijf) kiest voor optie 'D' (geoptimaliseerde Karnemelkstraatvariant), waarbij echter nog wel enkele aanvullende wensen/voorwaarden bestaan aangaande het VCP-Binnenstad. De V.B.B. stemt in met variant 'D' d.m.v. een brief d.d. 13-7-1998 met tegelijkertijd daarbij de volgende wensen/randvoorwaarden a) aandacht voor voldoende taxi-faciliteiten in de binnenstad; b) een flexibel-dynamisch afsluitsysteem rond de historische binnenstad; c) herinrichting busstation; d) gelimiteerde snelheid van bussen op het doorsteek-traject; e) snelle invoering milieuvriendelijke bussen; f) evenwichtige lijnverdeling de V.B.B. wenst een substantieel aantal bussen aan de westflank van het centrum bij de Gedempte Haven/Markendaalseweg (méér dan het huidige aantal bussen). De meeste ondernemerswensen blijken goed aan te sluiten bij het gemeentelijk beleid. In de meeste gevallen (taxi's, afsluitsysteem, herinrichting busstation, gelimiteerde bussnelheid nabij Houtmarkt) wordt e.e.a. uitgewerkt in het traject V.C.P.-Binnenstad en Oost-/Westflank. In twee gevallen wordt

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1999 | | pagina 259