Gemeente Breda
Raadsvoorstel
Registratienr: [6058]
Dienst/afdeling: RME/JZ
Agendapuntnummer 55
Betreft:
Inleiding
Voorstel
Motivering/Toelichting
Voorstel inzake het honoreren van planschadeverzoeken "Centrum - Partiele herziening kantoorbouw
Markt" (Prinsenbeek).
Op 27 februari 1997 heeft uw raad het bestemmingsplan "Centrum, partiele herziening kantoorbouw
Markt" (Prinsenbeek) vastgesteld. Dit bestemmingsplan voorziet in de bouw van kantoorgebouwen
met een maximale hoogte van 13 meter. Dit bestemmingsplan is op 9 oktober 1997 door
Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant goedgekeurd en verkreeg in december 1997 onherroepelijke
rechtskracht.
Dit partiele bestemmingsplan was een herziening van het bestemmingsplan "Centrum", vastgesteld bij
besluit van 27 november 1986 en goedgekeurd op 6 juni 1987 bij besluit van Gedeputeerde Staten
van Noord-BrabantDe gronden waarop de bouw van kantoren mogelijk werd, waren ingevolge dit
bestemmingsplan bestemd voor het houden van markten, kermissen en andere daarmee vergelijkbare
evenementen van sociaal-, culturele-, recreatieve en religieuze aard, dat tevens kan dienen als
ontmoetings- en speelplaats van alle dag. De bouw- en verbouwingsmogelijkheden binnen deze
bestemming waren minimaal.
Vooruitlopend op het moment, dat het partiele bestemmingsplan onherroepelijke rechtskracht
verkreeg, heeft het gemeentebestuur van de voormalige gemeente Prinsenbeek een
vrijstellingsprocedure ex artikel 19 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening/ artikel 50 van de
Woningwet opgestart ten einde ten behoeve van de bouw van een kantoor bouwvergunning te
kunnen verlenen. Nadat Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant daartoe een verklaring van geen
bezwaar hebben afgegeven, is bouwvergunning verleend. Deze bouwvergunning kreeg in december
1997 eveneens onherroepelijke rechtskracht.
In maart 1998 zijn bij uw raad een tweetal planschadeverzoeken* ingediend op grond van artikel 49
van de Wet op de Ruimtelijke Ordening. Deze planschadeverzoeken zijn ingediend door:
Mr. M.A.M. van Dooren, namens de heer J. Beekers, Markt 41 te Prinsenbeek;
De heer A.M. van Dijk, Markt 43 te Prinsenbeek.
Beide verzoekers claimen een aanzienlijke waardevermindering van hun pand, als gevolg van
verminderd woongenot en nadeliger geworden ligging als consequentie voor de bouw van het
kantoorgebouw.
Ingevolge de "Procedureverordening bestuursschadevergoeding 1997" werden beide verzoeken na
een daartoe strekkend besluit van uw raad van 28 mei 1998 voor advies in handen gesteld van de
schadebeoordelingscommissie, de Stichting Adviesbureau Onroerende Zaken (SAOZ) te Rotterdam.
Te besluiten tot het toekennen van planschade ex artikel 49 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening
aan verzoekers overeenkomstig het bij dit voorstel behorende concept-raadsbesluit..
In december 1998 bracht de SAOZ over elk planschadeverzoek een afzonderlijk advies* uit. In beide
gevallen komt de schadebeoordelingscommissie tot de conclusie, dat de verandering in bebouwings-
en gebruiksmogelijkheden die wordt veroorzaakt door de wijziging in het planologische regime als
gevolg van de vaststelling van het bestemmingsplan "Centrum-partiele herziening kantoorbouw Markt"
voor verzoekers een nadeliger planologische positie oplevert dan voorheen onder werking van het
bestemmingsplan van het bestemmingsplan "Centrum". De realisering van kantoorbebouwing leidt tot
een aantasting van privacy, uitzicht en situeringswaarde. De waardedrukkende werking die van
genoemde kantoorbebouwing op de objecten Markt 41 en 43 uitgaat per december 1997 wordt
getaxeerd op een bedrag van fl. 45.000,-- (vijfenveertigduizend guldens) voor het object Markt 41 te
Prinsenbeek en op fl. 35.000,- (vijfendertigduizend guldens) voor het object Markt 43 te Prinsenbeek.
1