Gemeente Breda Raadsvoorstel Registratienr: [5833] Dienst/afdeling: SAW/WOA - als de behoeftepeiling aanleiding geeft tot uitbreiding van bestaande taalgroepen, zal uitvoering daarvan in eerste instantie gelimiteerd worden door het budget voor bestaande taalgroepen. Onderlinge verschuiving is mogelijk. Mocht er ruimte zijn in het budget voor nieuwe taalgroepen, dan kan dat in tweede instantie worden ingezet voor uitbreiding van bestaande taalgroepen. Voor het speciaal onderwijs was voor Onderwijs in de Eigen Taal een andere formatietabel van toepassing. Die maakt het mogelijk reeds bij 5 leerlingen formatie aan te trekken. De formatie wordt uitgedrukt in minuten. Die tabel is ook bij OALT van toepassing. b. Nieuwe taalgroepen Geen enkele school heeft naar verwachting genoeg leerlingen in de nieuwe taalgroepen voor het in eigen huis aanbieden van OALT. Daarom wordt alleen ingezet op de zelfstandige functie. Vanwege de kleine aantallen per school zal dit stedelijk worden georganiseerd.Daarnaast is de kans op het vinden van een leerkracht voor minder dan een halve formatieplaats minimaal. Daarom wordt een halve formatieplaats als minimum gesteld. In de tabel staat dat gelijk aan 29 leerlingen. - om ongelijkheid tussen bestaande en nieuwe taalgroepen te voorkomen wordt voor de laatste eveneens de bovenstaande tabel gehanteerd. Bij de toewijzing geldt dat eerst de grootste groep formatie krijgt toegewezen. Wat resteert wordt toegekend aan de tweede groep, vervolgens de derde tot het totale budget is vergeven. In alle gevallen moet een minimumaantal van 29 leerlingen per taalgroep worden opgegeven. c. Ondersteunende en zelfstandige functie Bij de ondersteunende functie wordt geen taal aangeleerd, maar er wordt gebruik gemaakt van bestaande taalkennis van leerlingen. Het gaat dan meer om het voorkomen en bestrijden van onderwij sachterstand. Indien ouders kiezen voor OALT zal de school die keus moeten omzetten in een programma, waarin plaats is voor zowel de ondersteunende als de zelfstandige functie. De beschikbare middelen zullen naar rato over beide functies verdeeld worden. - in de notitie van het OVG (bijlage), die door de gemeenteraad is overgenomen, is de intentie vastgelegd om voor OALT zowel de ondersteunende als de zelfstandige functie aan te bieden. - Indien een school OALT als ondersteunende functie aanbiedt, neemt deze tevens de verplichting op zich om zelfstandig of in samenwerking met andere scholen ook OALT als zelfstandige functie aan te bieden. Voor de zelfstandige functie wordt als minimumcriterium voor het onderwijs op de eigen school het aantal van 4 leerlingen gesteld. - De verdeling van OALT middelen per school over de ondersteunende of zelfstandige functie valt onder verantwoordelijkheid van de school. Dit met inachtneming van het uitgangspunt dat zowel ondersteunende als zelfstandige functie door de school wordt aangeboden en het minimumcriterium van 4 leerlingen voor organisatie van de zelfstandige functie op de eigen school. In de bestaande situatie worden middelen toegekend op grond van het totaal aantal OALT- leerlingen per school. Om flexibiliteit in programma en inzet van docenten in ten tussen scholen optimaal te houden is onderscheid niet wenselijk. Indien een onderscheid gemaakt wordt tussen het minimum aantal leerlingen in onder- en bovenbouw, kunnen een aantal praktische problemen ontstaan. Het aantal leerlingen in onder- en bovenbouw wisselt jaarlijks. Weliswaar kunnen in onder- of bovenbouw minder dan 8 leerlingen zitten of te kleine groepen ontstaan, maar dat mag niet leiden tot ontslag van docenten. >w

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1999 | | pagina 32