Gemeente Breda
Raadsvoorstel
Registratienr: [5944]
Dienst/afdeling: CON/KAB
de daarbij geconstateerde knelpunten c.q. gewenste verbeterpunten op het gebied van specifiek de SMH
GHOR. Hiertoe zijn o.a. nagenoeg alle actoren (of representatieve vertegenwoordigers hiervan) binnen
het gehele werkveld geïnterviewd. Uiteraard zijn hierbij ook raakvlakken in beeld gekomen welke ook
aangepast/verbeterd zouden moeten worden. Zover deze primair relevant zijn aan het onderhavige
project zijn deze in het bijgaande plan van aanpak vermeld.
Daarnaast zijn er bijzonder belangrijke aandachtspunten met betrekking tot de afstemming van
diverse niet onbelangrijke projecten welke (nagenoeg) gelijktijdig met het project GHOR in gang
gezet zijn, zoals de Regionale Ambulance Voorziening, het project C 2000 en de fusie van de
GGD-en.
Voortgang
Medio juni 1998 is een reeds ver uitgewerkt voorlopig concept plan van aanpak ter informatie aan het DB
van het Stads- en Streekgewest gezonden. Gelijktijdig is dit voorlopige concept ingediend bij het
landelijke Projectbureau GHOR ter voorlopige beoordeling in verband met de vervolgsubsidie voor de
periode augustus/december 1998.
Tevens is dit voorlopige concept aan alle actoren van de Geneeskundige Hulpverleningsketen voorgelegd
met het verzoek hun visie hierop kenbaar te maken.
De gevraagde reacties uit het werkveld zijn louter positief, opbouwend en hier en daar aanvullend.
Na een tweede interview-ronde met veelal dezelfde vertegenwoordigers uit de eerdergenoemde actoren
van het SMH GHOR werkveld zijn de reacties afgewogen en, indien gewenst, ingebracht.
De positieve reactie van het landelijke projectbureau GHOR heeft inmiddels geresulteerd in de
verstrekking van de gevraagde bijdrage ad 135.000,- als aanvullend voorschot op de totale
stimuleringsbijdrage 350.000,-) voor dit regionale project. De staatssecretaris van Binnenlandse Zaken
en Koninkrijksrelaties heeft met het plan ingestemd en het bedrag van f. 350.000,= toegezegd. Deze
stimuleringsbijdrage zal overigens na 1 januari 2000 een structureel karakter krijgen ten behoeve van de
Regionale Geneeskundige Functie.
Ten behoeve van een definitieve gemeentelijke samenwerking op de schaal van het huidige Stads- en
Streekgewest en de instelling van een GHOR-organisatie zullen echter structurele middelen gevoteerd
dienen te worden, zowel van Rijkswege als door de lokale overheid.
Van Rijkswege zullen, zoals bekend, de door het vorige kabinet min of meer toegezegde structurele
bijdrage van 145 miljoen gulden voor de versterking van de totale plaatselijke/regionale
rampenbestrijding (Project Versterking Brandweer 110 milj. en GHOR 35 milj.) voorlopig niet geheel
beschikbaar komen omdat bij de samenstelling van het regeeraccoord hiermede geen rekening is
gehouden.
Uit ambtelijke informatie en diverse persberichten is gebleken dat alsnog naarstig binnen de zgn.
"bestaand beleidsgelden" gezocht wordt naar middelen om beide projecten (PVB en GHOR) toch
doorgang te kunnen laten vinden. Ambtelijk is de verzekering reeds gegeven dat binnen het project
GHOR in ieder geval op projectmatige basis de huidige werkzaamheden voortgezet kunnen worden
door middel van aanwending van incidentele Rijksmiddelen en dat zeer waarschijnlijk de vooralsnog
gevonden structurele middelen verdeeld zullen worden over de regio's naar rato van het stadium
waarin de voorbereidingen zich bevinden om te komen tot een aparte GHOR-organisatie en waar tot
aanstelling van een RGF (incl. ondersteuning) overgegaan kan worden.
Vanuit het Min. van BZK is inmiddels ook toegezegd dat via een circulaire (uiterlijk in april 1999)
nadere richtlijnen omtrent de toekomstige positie en het profiel van de aan te stellen RGF (en dus de
GHOR-organisatie als zodanig) verstrekt zullen worden.
Van gemeentewege zal uiteraard ook een structurele bijdrage vereist zijn. Zowel de voorbereiding van
de bestrijding van rampen en zware ongevallen in de gemeente (art. 2 Wet Rampen en Zware
Ongevallen) als het zorgdragen voor de geneeskundige hulpverlening in de gemeente (art. 2 Wet
Geneeskundige Hulpverlening bij Rampen) zijn immers bij wet aan het college van Burgemeester en
Wethouders opgelegde taken. In de huidige begrotingen van de GGD-en zijn hiervoor dan ook reeds
structurele middelen gevoteerd.
In het bijgaande plan van aanpak is aangegeven dat, weliswaar op prijspeil 1995, er voor een GHOR-
organisatie met minimale bezetting en voorzieningen op jaarbasis iets meer dan 2 miljoen gulden
benodigd is. Dit is voor onze regio globaal 3,~ per inwoner.
Omdat de van Rijkswege toegezegde 35 miljoen gulden, bij verdeling naar rato van inwoners,
neerkomt op 2,20 en door de gemeenten reeds gemiddeld over de beide gewesten tezamen 0,30