Gemeente Breda Raadsvoorstel Registratienr: [7201] Dienst/afdeling: RME/PM de ontsluiting van de Stadsdonken is geheel binnen het woongebied gesitueerd in plaats van gedeeltelijk aan de rand. Hierdoor sluit de westrand beter aan op de omgeving; De bebouwing van de stadskwekerij aan de Nieuwe Kadijk is niet meer in het plan opgenomen. De gronden maken deel uit van de geledingszone. Hierdoor wordt de ruimtelijke werking van de geledingszone aanzienlijk vergroot; Het tracé van de HOV buiten het plangebied is aangegeven als "in studie". Het gaat hier om het tracé tussen de Nieuwe Kadijk en het station; De geledingszone tussen de Nieuwe Kadijk en Teteringen is verbreed tot 65 meter en aangeduid als verbindings/geledingszone. De ecologische betekenis en inrichtingsmogelijkheden van de zone zijn hierdoor groter geworden. De situering van het clubhuis ten behoeve van golf is verplaatst richting Zuiderhout. Tevens is een langzaam verkeersverbinding opgenomen tussen Zuiderhout en het woongebied De Haenen; De noordkant van het woongebied Woonakker is aangegeven als een gebied voor verweving van agrarisch gebied en woongebied. Dit geeft meer kansen voor een zorgvuldige uitwerking die recht doet aan de landschappelijke mogelijkheden in dat gebied. Naast bovenstaande wijzigingen is in het structuurplan opgenomen dat er een nadere studie zal worden gedaan naar de inpassingsmogelijkheden van de HOV op de Oosterhoutseweg. Dit onderzoek moet duidelijkheid geven met betrekking tot de doorstroming op de Oosterhoutseweg, de inrichting van de kruispunten, de benodigde opstellengtes en bloklengtes en mogelijkheden voor een dynamische verkeersregeling. Deze studie is ook nodig om de vraag te kunnen beantwoorden over welke lengtes een aparte busstrook (busstroken) nodig is (zijn). Het structuurplan geeft zoveel mogelijk antwoord op de vragen die gesteld zijn naar aanleiding van de structuurvisie en de structuurschets. De verschillende planelementen zijn zodanig uitgewerkt, dat er een betrouwbaar inzicht is in het ruimtebeslag, de ruimtelijke structuur en de financiële haalbaarheid. Door deze concretisering is een volwaardig structuurplan opgesteld dat kan dienen als een planologisch kader voor de op te stellen bestemmingsplannen. Het structuurplan bestaat uit: een plankaart met een lijst van beslissingen met betrekking tot de hoofdstructuur,, een beschrijving per deelgebied met daarin opgenomen de uitgangspunten voor de uitwerking. Op de plankaart zijn de verschillende planelementen in hun onderlinge samenhang gesitueerd. Daarmee wordt de structuur van het gebied aangegeven. De exacte begrenzingen van de verschillende deelgebieden, de exacte tracé's en de locaties van de woongebieden en voorzieningen zullen eerst bij de uitwerking bepaald worden. Vanwege de samenhang met de omgeving is er voor gekozen de plankaart uit te breiden tot het gehele noordoostelijke gebied van Breda. Op het structuurplan zijn geen beroepsmogelijkheden bij de provincie mogelijk. Er is wel beroep mogelijk bij de afdeling Rechtspraak van de Raad van State op basis van art. 13 van de Algemene Wet Bestuursrecht. Verkeersproblematiek Wat het verkeer betreft zijn daar de resultaten van de Bord-studie van belang. Het eindrapport is door het bestuurlijk platform (Rijk, Provincie, wethouders Breda, Oosterhout, Dongen en Rijen) besproken en zal binnenkort worden toegezonden aan de gemeentebesturen. Het eindrapport stelt een aantal maatregelen voor om het doorgaande autoverkeer door de kern van Teteringen te weren en te leiden over de A27. Daarnaast zullen er ook binnen de gemeente Breda maatregelen getroffen dienen te worden. In het structuurplan is de Oosterhoutseweg geduid als een wijkontsluitingsweg. Deze kwalificatie inpliceert, gelet op de huidige functie van de weg, passende maatregelen om te garanderen dat die weg in de geplande situatie de geduide functie naar behoren kan vervullen. De realisatie van de VINEX-taakstelling zal gefaseerd verlopen. Het bouwtempo kan mede worden afgestemd op een -2-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1999 | | pagina 441