Gemeente Breda Raadsvoorstel Registratienr: [6611] Dienst/afdeling: DSB/ASA Voor deze horecagelegenheden wordt voorgesteld toch de mogelijkheid te bieden tot het verkrijgen van een terrasvergunning. De redenen hiervoor zijn als volgt: 1. Het betreft kleinere horecagelegenheden, waarvoor de exploitatie van een terras een groot deel van de omzet oplevert. 2. Het gaat om minimale afwijkingen van de gestelde 8 meter straatbreedte. 3. Slechts aan één zijde van de betreffende straten zijn horecagelegenheden gevestigd. De minimale vrije doorgang voor o.a. de brandweer komt niet in het gedrang. 4. De verkeersfunctie wordt niet op ingrijpende wijze beïnvloed e.e.a. ter beoordeling van de politie. Inspraakreactie: Op het conceptvoorstel zijn op dit onderdeel maar twee reacties ontvangen. Op zich is dit veelbetekenend omdat het in principe maar van toepassing is op twee horeca-ondernemers. Het enige bezwaar van hen was gericht tegen het feit dat aanpassing van de BRV op dit onderdeel slechts van toepassing zou zijn op de huidige exploitanten van de betreffende horeca-ondernemers. Voor hen houdt dit in dat verkoop van de onderneming zeer sterk beperkt wordt, doordat de toekomstige horeca-ondernemer niet meer in aanmerking komt voor exploitatie van een terras. Deze beperking is na afweging van alle belangen te vergaand. De betreffende beperking is derhalve niet overgenomen in het definitieve voorstel. Om de tekst van de BRV duidelijk te houden, is artikel 8 lid 1, sub b ontdaan van de toevoeging "zoals is aangegeven op de bij de verordening behorende en als zodanig gewaarmerkte kaart nr. 3 De toevoeging van een kaart is in deze overbodig. Naast het probleem van de straatbreedte speelde het probleem van de omvang van het terras. Artikel 9 BRV beperkt deze. Horeca-ondernemers zien deze beperking graag vervallen. De brandweer heeft hiertegen geen bezwaren. Wij stellen daarom voor artikel 9, lid 2 BRV aan te passen. Om ook voor deze horeca-ondernemingen de mogelijkheid te creeren een terrasvergunning te verkrijgen dienen artikel 8, lid 1, sub b en artikel 9, lid 2 van de BRV aangepast te worden. Voorgesteld wordt de tekst van artikel 8, lid 1, sub b van de BRV te wijzigen in: "b. in de overige straten die als voetgangersgebied zijn ingericht: voor een gevel-terras, mits de straat ter plaatse van het terras tussen de gevels van de bebouwing minimaal 7,5 meter breed is f en de tekst van artikel 9, lid 2 van de BRV te wijzigen in: "2. Een gevel-terras mag niet breder zijn dan de gevel van het bedrijf waartoe het terras behoort en mag in straten die als voetgangersgebied zijn ingericht maximaal tot aan de in de straat aanwezige draingoot worden geplaatst. In straten met een rijbaan en trottoirs dient op het trottoir een vrije doorgang voor voetgangers van minimaal 1,50 meter over te blijven. III. Gebruik van vlonders In artikel 10 lid 1 van de BRV staat dat vlonders niet zijn toegestaan. De reden dat dit verbod in de BRV is opgenomen is te herleiden tot de herinrichting van de binnenstad van Breda. Sinds de herinrichting binnenstad Breda is de bestrating vlak. Voornaamste doel van een vlonder is het creë ren van een vlakke ondergrond. Vlonders zijn derhalve overbodig. Het bovenstaande gaat echter niet altijd op. Het geldingsgebied van de BRV is namelijk groter dan het gebied van de herinrichting binnenstad Breda. Hierdoor zijn er horecaondernemingen waarvoor het verbod op vlonders geldt, maar die zijn gevestigd op een locatie waar geen herinrichting heeft plaatsgevonden ofwel geen vlakke ondergrond aanwezig is. In deze situaties wordt bij voorkeur de ondergrond alsnog aangepast. Mocht dit om welke reden dan ook niet mogelijk zijn, dan kan alsnog een vlonder toegestaan zijn als onderdeel van het terras. Voorstel:

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1999 | | pagina 467