Gemeente Breda Raadsvoorstel Registratienr: [7472] Dienst/afdeling: CUL/SC Betreft: Inleiding Voorstel Motivering/Toelichting Agendapuntnummer 104 Aantal bijlagen: - Nota Beeldende Kunst in de binnenstad. De nota kunst in de binnenstad vloeit voort uit de nota Cultuur is Meer. Een van de speerpunten uit dit in 1996 vastgestelde Cultuurbeleidsplan is het formuleren van een structuurplan kunst in de openbare ruimte. De gemeentelijke adviescommissie beeldende kunst heeft daarop aansluitend het initiatief genomen voor het opstellen van een discussienota beeldende kunst in de binnenstad. Nauw overleg met de diverse diensten binnen de gemeentelijke organisatie (grondbedrijf, stadsbeheer, projectmanagement, bureau binnenstad, stedebouw) heeft geresulteerd in een ambitieus projectplan waarbij stedebouwkundige ontwikkelingen in de binnenstad en kunst in de openbare ruimte in een vroeg stadium op elkaar worden afgestemd. De concept-nota die hiervan het gevolg was, is vervolgens vrijgegeven voor consultatie. Het resultaat van die consultatie ligt nu voor. De nota richt zich op de binnenstad en kan als pilot dienen voor deelplannen voor de andere vier districten. De projecten zoals genoemd in de nota beeldende kunst in de binnenstad zijn richtinggevend maar moeten per project nader worden uitgewerkt en op hun uiteindelijke haalbaarheid worden getoetst. Een belangrijk knelpunt bij de realisatie van kunst in de openbare ruimte is de financiële dekking van plannen. Vanuit nauw overleg met het grondbedrijf en de dienst stadsbeheer wordt in de nota een aantal voorstellen gedaan om de projecten ook financieel haalbaar te maken. 1 De Nota Kunst in de binnenstad conform vaststellen; 2 De percentageregeling voor kunst bij gemeentelijke gebouwen continueren. 3 De storting in het Fonds artistieke werken met terugwerkende kracht tot 1 januari 1999 tot 2001 verhogen van 0,49 per m2 naar 1 per m2. 4 De storting in het Fonds Artistieke werken per 1 januari 2001 beëindigen. 5 Bij gemeentelijke investeringsprojecten, dan wel grond- en bouwexploitaties vooraf bij de vaststelling van het programma van eisen, zowel in het budget van het voorbereidingskrediet als het uitvoeringskrediet een taakstellend budget op te nemen, voor een kunsttoepassing in de openbare ruimte, (analoog aan het Chassé-terrein) 6 Het Fonds Artistieke Werken in zetten voor kunsttoepassingen bij die projecten die niet tot de majeure stedelijke ontwikkelingen behoren. 7 In het kader van de herstructureringsopgave (Groot-stedenbeleid) daar waar nodig apart gelden te reserveren voor kunsttoepassingen in de openbare ruimte (Haagdijk-Donkvaart, Heuvel-Westeinde, Geeren-noord e.d.). Hiertoe ten behoeve van de opwaardering van de kwaliteit en leefbaarheid in deze woonbuurten een apart beleidskader ontwikkelen op basis van specifieke manifestaties. Medio 1998 is de discussienota Kunst in de binnenstad vrijgegeven voor inspraak. Alvorens de nota zou worden verspreid is de adviescommissie gevraagd voor een passende vormgeving zorg te dragen. Uiteindelijk is de nota begin februari 1999 naar alle betrokkenen verzonden en via de verschillende kanalen verspreid. Men is de gelegenheid geboden tot 10 april schriftelijk te reageren. Vrij veel media zowel in de regio als landelijk hebben voorafgaand en gedurende de consultatieperiode aandacht besteed aan de plannen. Er zijn geen reacties op de concept-nota binnengekomen. De meest ingrijpende consequenties die uit de nota voortvloeien zijn: dat de storting in het Fonds artistieke werken met terugwerkende kracht tot 1 januari 1999 tot 2001 wordt verhoogd van 0,49 per m2 naar 1 per m2. dat de storting in het Fonds Artistieke werken per 1 januari 2001 wordt beëindigd. -1-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1999 | | pagina 518