Gemeente Breda Raadsvoorstel Registratienr: [7558] Dienst/afdeling: RME/JZ Betreft: Motivering/Toelichting Inleiding Voorstel Agendapuntnummer 111 Aantal bijlagen: - Voorstel tot vaststelling van een voorbereidingsbesluit voor een gedeelte van het landelijke gebied van Teteringen. Het bestemmingsplan Buitengebied Teteringen is aan herziening toe. Op niet al te lange termijn zal met de totale herziening van dit plan worden gestart. Op dit moment vinden er in gedeelten van het gebied echter zodanige ontwikkelingen plaats die toekomstige ontwikkelingen ernstig zouden kunnen frustreren. Daarvoor is het noodzakelijk dat aan dat gedeelte van het landelijk gebied van Teteringen bescherming wordt geboden via het nemen van een voorbereidingsbesluit met daaraan gekoppeld een aanlegvergunningenstelsel. Te besluiten tot het nemen van een voorbereidingsbesluit voor een gedeelte van het landelijk gebied van Teteringen een en ander overeenkomstig het bij dit voorstel behorend concept-raadsbesluit. Het vigerende bestemmingsplan Buitengebied van de voormalige gemeente Teteringen is vastgesteld op 30 augustus 1984, gedeeltelijk goedgekeurd door Gedeputeerde Staten op 16 juli 1985 deels herzien bij raadsbesluit van 3 september 1987, goedgekeurd 10 december 1987 en bij raadsbesluit van 16 september 1993, goedgekeurd 24 februari 1994. Het plan is, gelet op het nieuwe beleid voor het landelijke gebied als verwoord in het Streekplan en de ontwikkelingen in Teteringen in het kader van de VINEX, dringend aan herziening toe. In het betreffende gebied ligt het toekomstige reservaatsgebied van de Lage Vuchtpolder. In het vigerende bestemmingsplan is aan deze gronden de bestemming "Visueel open agrarisch gebied met landschappelijke waarde" gegeven. Hierbij is bepaald dat deze gronden zijn bestemd voor agrarische productiedoeleinden, behoud en/of herstel van de landschappelijke waarden en kernrandgebied/bufferzone. Op grond van deze voorschriften is het onder meer niet mogelijk zonder vergunning beplanting aan te brengen. Verder is bepaald dat een dergelijke vergunning moet worden geweigerd indien de belangen van natuur en landschap in onevenredige mate hierdoor zouden worden geschaad. Agrarische beplanting valt hier echter niet onder zodat zondermeer hectares grasland omgezet zouden kunnen worden in cultuurgrond voor boomteeltbedrijven. Er is echter nieuw beleid op grond waarvan de vestiging van boomteelt in de Lage Vuchtpolder als ongewenst moet worden aangemerkt. 1In het Streekplan is een groot deel van de Lage Vuchtpolder aangewezen als Groene Hoofdstructuur vanwege de waarde van het gebied voor planten en amfibieën. Het beleid op grond van het Streekplan is erop gericht om aantasting van de aanwezige waarden tegen te gaan. Omschakeling naar boomteelt en ander vormen van intensieve teelten zou in deze gebieden dan ook niet toegestaan mogen worden. 2. Daarnaast is in het beheersplan "De Mark" van Waterschap Mark en Weerijs ten aanzien van de gronden gelegen binnen de Groene Hoofdstructuur een gebied van ongeveer 100 ha aangewezen als reservaatsgebied en het resterende gedeelte als beheersgebied. Dit betekent dat het relatienota-instrumentarium voor de Ecologische Hoofdstructuur hierop van toepassing is. Concreet betekent dit weer dat het Rijk deze gronden of wil aankopen als reservaatsgebied danwel beheersovereenkomsten met de betreffende eigenaren wil afsluiten. 3. In de vastgestelde Structuurvisie en het concept-structuurplan Breda Noord-Oost Teteringen is voor de gehele polder aangekondigd dat vestiging van intensieve teelten, zoals onder andere de boomteelt, ongewenst is hetgeen vertaald zou moeten worden in een nieuw bestemmingsplan voor het gebied. -1-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1999 | | pagina 557