Gemeente Breda
Raadsvoorstel
Registratienr: [7189]
Dienst/afdeling: RME/JZ
Betreft:
Inleiding
Motivering/Toelichting
Agendapuntnummer 125
Aantal bijlagen: -
Het afwijzen van een verzoek om planschadevergoeding.
Door Juristenkantoor Rhijnfeit te Alkmaar werd namens Peha Beleggingsmaatschappij NV en Skagerak
Beheer BV beiden gevestigd te Alkmaar een verzoek om planschadevergoeding ingediend.
In de vergadering van 23 juli 1998 heeft uw raad besloten dit verzoek ontvankelijk te verklaren en om
advies in handen te stellen van de schadebeoordelingscommissie, de Stichting Adviesbureau Onroerende
Zaken te Rotterdam.
Het door SAOZ uitgebrachte advies is op 15 maart 1999 ingekomen en is voor uw raad ter inzage gelegd.
Voorstel
Te besluiten het verzoek om planschadevergoeding van Juristenkantoor Rhijnfeit te Alkmaar af te
wijzen een en ander overeenkomstig het bij dit voorstel behorend concept-raadsbesluit.
In de vergadering van 29 maart 1994 werd door uw raad het bestemmingsplan Tuinzigt vastgesteld en
bij besluit van 1 november 1994 hebben Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant dit
bestemmingsplan goedgekeurd.
In dit bestemmingsplan werd voor een gedeelte van percelen gelegen aan de noord- en zuidzijde van
de Acaciastraat opgenomen de bestemming "Wijkvoorzieningen VW" en binnen deze bestemming
werden de aangewezen gronden o.a. bestemd voor detailhandel.
Aan de noordzijde van de Acaciastraat op de plaats van de aanwezige winkelstrip is een versterkt
buurtwinkelcentrum gerealiseerd.
Gezien de omvang van de wijk Tuinzigt en het aanwezige aantal m2 bvo aan winkelvoorzieningen
was er geen voldoende draagvlak voor het realiseren van nog een winkelcentrum.
Hoewel de voorschriften van het bestemmingsplan Tuinzigt in artikel 6 "Wijkvoorzieningen WV"
detailhandel (aan de noord- en zuidzijde van de Acaciastraat) als mogelijkheid toelieten, is het nimmer
de bedoeling geweest een tweede winkelcentrum mogelijk te maken.
De partiële herziening 1997/1 van het bestemmingsplan Tuinzigt, locaties Acaciastraat, werd door uw
raad dan ook vastgesteld om de voorschriften in overeenstemming te brengen met de uitgangspunten
zoals deze in de toelichting van het bestemmingsplan Tuinzigt waren vermeld en welke basis zijn voor
het gehele bestemmingsplan.
Deze partiële herziening werd door uw raad vastgesteld in de vergadering van 29 januari 1998 en
door Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant goedgekeurd bij besluit van 29 april 1998.
Skagerak Beheer BV werd op 23 december 1996 eigenaresse van het perceel Acaciastraat 91
(gelegen aan de zuidzijde van de Acaciastraat).
In opdracht van Skagerak Beheer BV heeft Peha Beleggingsmaatschappij NV de herontwikkeling van
dit perceel ter hand genomen en werden bouwplannen voor het realiseren van een winkelcentrum)
ingediend waarvoor door ons college de bouwvergunningen werden geweigerd wegens strijdigheid
met het geldende bestemmingsplan Tuinzigt. De tegen deze weigeringen ingestelde bezwaar- en
beroepsprocedures zijn tot op heden in het nadeel van Peha Beleggingsmaatschappij NV uitgevallen.
Zoals hiervoor reeds vermeld werd door Juristenkantoor Rhijnfeit namens Skagerak Beheer BV en
Peha Beleggingsmaatschappij NV een verzoek om planschadevergoeding ex artikel 49 WRO
ingediend.
Juristenkantoor Rhijnfeit stelt in het verzoek om planschadevergoeding dat door de vaststelling van
het bestemmingsplan Tuinzigt partiële herziening 1997/1, locaties Acaciastraat, de mogelijkheid om
bouwwerken op te richten met de (gebruiks)bestemming detailhandel en horeca op het perceel
Acaciastraat 91 uitgesloten is, zodat de door cliënten voorgestane wijze van herontwikkeling
onmogelijk is geworden. Als gevolg van deze wijziging van het planologische regime stelt verzoeker
dat cliënten schade lijden.
-1-