Gemeente Breda Raadsvoorstel Registratienr: [7519] Dienst/afdeling: RME/JZ In essentie wijken de planologische regimes van de bestemmingsplannen Buitengebied en Kraayenberg aften aanzien van de percelen ten noordwesten van het object van belanghebbende. Daar waar voorheen de bestemming "Agrarisch gebied met landschappelijke waarde" gold, geldt thans de bestemming "Woongebied W-U". Deze laatste bestemming is nog niet nader uitgewerkt door middel van een onherroepelijk geworden uitwerkingsplan. Op grond van een concept-uitwerkingsplan is reeds begonnen met de oprichting van een woonwijk, waarin woningen in een en twee bouwlagen aanwezig zijn. Het concept-uitwerkingsplan blijft binnen de maatvoeringen van het bestemmingsplan Kraayenberg en de woonwijk is inmiddels grotendeels gerealiseerd. De definitieve uitwerking van het plan zal geschieden conform het concept-uitwerkingsplan. Op grond van het oude bestemmingsplan konden voorheen middels binnenplanse vrijstelling agrarische opstallen worden opgericht en is thans oprichting van woonbebouwing mogelijk. Met als gevolg dat ter plaatse de gebruiks- en bebouwingsmogelijkheden van de gronden in intensiteiten en omvang zijn toegenomen. De opgerichte bebouwing bevindt zich echter op een redelijke afstand van het object van belanghebbende. De kortst gemeten afstand tussen de woning van belanghebbende en de woonbebouwing bedraagt ruim 45 meter. De bebouwing is ten opzichte van het perceel van belanghebbende bovendien zijdelings georiënteerd en heeft op het gedeelte dat het dichtst bij het object van belanghebbende is gelegen bescheiden dimensies; de bebouwing bestaat hier uit vrijstaande woningen opgetrokken in een bouwlaag. Langs vrijwel de gehele oostelijke grens van de woonwijk is een strook hoog opgaande beplanting mogelijk waardoor het zicht op de opgerichte bebouwing in zekere mate wordt beperkt. Weliswaar heeft de oprichting van de woonwijk geleid tot een zeker verlies aan uitzicht en privacy voor verzoeker, doch dit verlies aan woongenot is in feitelijke zin van beperkte betekenis, te meer daar op veel kortere afstand, namelijk direct ten westen en ten oosten van het object, woonbebouwing aanwezig is. Direct aan weerszijden van de woning van belanghebbende bevinden zich namelijk langs de Kraayenbergsestraat woningen vergelijkbaar met die van belanghebbende. Van een echt agrarisch karakter van de omgeving was derhalve ook onder de vigeur van het bestemmingsplan Buitengebied al geen sprake meer. Tussen de woning van belanghebbende en de opgerichte bebouwing vigeert de bestemming "Agrarisch gebied met landschappelijke waarde". Op het meest zuidwestelijke gelegen gedeelte van het noordelijk van het object van belanghebbende gelegen perceel kunnen derhalve, met binnenplanse vrijstelling, nog altijd betrekkelijk volumineuze agrarische opstallen worden opgericht, waardoor de gewraakte woonbebouwing grotendeels aan het zicht van belanghebbende kan worden onttrokken. SAOZ komt tot de conclusie dat belanghebbende door het onherroepelijk worden van het bestemmingsplan Kraayenberg niet in een nadeliger situatie is komen te verkeren, waaruit schade is voortgevloeid die voor vergoeding ex artikel 49 WRO in aanmerking komt. Opgemerkt kan nog worden dat mogelijke ontwikkeling in het gebied direct ten noorden van het object van belanghebbende (alwaar zijdens belanghebbende gevreesd wordt voor woningbouw) niet in het kader van deze procedure kunnen worden betrokken aangezien in planologisch opzicht (nog) geen relevante ontwikkelingen hebben plaatsgehad. In het gebied vigeert thans nog steeds onverkort een planologisch-juridische regeling voor het buitengebied, thans het bestemmingsplan Buitengebied (1996) van de voormalige gemeente Nieuw-Ginneken. Bij besluit van 3 oktober 1995 heeft het college van burgemeester en wethouders van de voormalige gemeente Nieuw-Ginneken met toepassing van artikel 19 WRO en artikel 50, lid 5 WW vergunning verleend voor de bouw van een woning op het perceel Kraayenbergsestraat 25 te Ulvenhout. Deze woning is gesitueerd op een afstand van 5 meter uit de perceelsgrens van belanghebbende. Ten tijde van het voeren van de anticipatieprocedure was zowel voor de woning van belanghebbende als voor het perceel Kraayenbergsestraat 25 het oude bestemmingsplan Buitengebied Nieuw- Ginneken van kracht en had hierin de bestemming "Woondoeleinden A". -2-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1999 | | pagina 617