Gemeente Breda
Raadsvoorstel
Registratienr: [7163]
Dienst/afdeling: RME/JZ
appellant zienswijzen kenbaar maakt namens meerdere personen verenigd in "Belcrum
Betrokkenen Breda". Uit niets blijkt echter dat het hier om een officiële vereniging gaat danwel
dat de ondertekenaar namens hen gemachtigd is deze zienswijzen in te brengen. In verband
hiermee wordt er dan ook vanuit gegaan dat deze zienswijzen op persoonlijke titel zijn
ingediend.
Het onderhavige bestemmingsplan spreekt zich niet uit over het al dan niet handhaven van
het kerkgebouw. Of het betreffende gebouw gehandhaafd zal worden is afhankelijk van de
procedure die thans loopt tot aanwijzing van het kerkgebouw als rijksmonument en de
mogelijke plannen van de eigenaar van het gebouw met het gebouw of deze locatie. Vanuit
stedenbouwkundig/planologisch oogpunt gezien leent onderhavige locatie zich voor velerlei
functies en deze zijn dan ook in de voorschriften aangegeven c.q. mogelijk gemaakt. De
mogelijkheden zijn echter wel enigszins beperkt in verband met de verkeersaantrekkende
werking van sommige functies en de karakteristiek van de locatie. Met betrekking tot het
hoogte-accent tot maximaal 18 meter wordt opgemerkt dat deze mogelijkheid is opgenomen
om toch een oriëntatiepunt binnen de wijk te krijgen. Tijdens de inspraakprocedure is van vele
zijden gesteld dat de huidige kerk een oriëntatiepunt binnen de wijk zou zijn die om die reden
gehandhaafd zou moeten blijven. Nu in het bestemmingsplan ook nieuwbouw mogelijk is
gemaakt is gezocht naar een vervanging hiervan in de vorm van hoogteaccent over een
beperkt gedeelte van het gebouw.
De opmerking van appellant op de onderhavige locatie openbaar groen te realiseren geeft ons
aanleiding het volgende op te merken. De mogelijke invulling van het terrein na eventuele
sloop van het kerkgebouw dient enige realiteitswaarde te hebben. Een dergelijk plan dient
onder andere economisch uitvoerbaar te zijn hetgeen betekent dat een en ander tenminste
budgettair neutraal zal moeten plaatsvinden. In dit verband wordt gesteld dat de onderhavige
locatie voor de gemeente vanwege met name de aankoopkosten niet interessant is.
Bovendien leent de onderhavige locatie zich niet voor het realiseren van wijkgroen gezien zijn
ligging langs de Terheijdenseweg. Het betreft hier verder dus een particulier project en het is
niet gebruikelijk dat particulieren openbaar groen realiseren.
Conclusie.
De zienswijzen worden als ongegrond beoordeeld.
2. Vereniging behoud Christus Koningkerk.
Inhoud zienswijzen.
Dringt aan op handhaving van de betreffende kerk in verband met de waarde die dit gebouw
heeft voor de bestaande omgeving. Mist verder in het plan de criteria tot aanwijzing gebouwen
als rijksmonument. Bovendien is de bouw van seniorenwoningen als genoemd in de
toelichting niet als vereiste vastgelegd in de voorschriften. In het kader van de Wet
Geluidhinder kleven aan het bestemmingsplan volgens appellanten ook bezwaren. Vraagt zich
af of hier sprake is van "vervangende nieuwbouw" op basis waarvan hogere waarden in acht
moeten worden genomen. Is van mening dat het bestemmingsplan niet gerealiseerd kan
worden vanwege de geluidsbelasting van de spoorlijn op de eventueel te bouwen woningen
en dus ook niet als zodanig vastgesteld mag worden. Vraagt zich af of op basis van het
gestelde in 3.3. van de toelichting geen nader onderzoek dient te worden verricht naar
groepsrisico's. Meent dat in hoofdstuk 5 van de toelichting een exploitatieoverzicht van de
ontwikkelaar opgenomen had moeten worden. Overleg op basis van artikel 10 van het Besluit
op de Ruimtelijke Ordening had wel gevoerd kunnen worden wat mogelijk problemen in het
kader van deze formele procedure had kunnen voorkomen. Wenst verder waarborgen in het
bestemmingsplan over de uitvoering van de nieuwbouw indien dit onvermijdelijk zal zijn en
verzoekt bij nieuwbouw qua vormgeving aan te sluiten op de omliggende woonbebouwing.
Verzoekt verder tenslotte de voorschriften op een aantal punten aan te passen danwel te
wijzigen zoals aangeven wat de exacte parkeernorm is, in artikel 4, lid 1 het woord "gering" te
vervangen door maten en de maatvoering als genoemd in artikel 5 te beperken.
-2-