Gemeente Breda Raadsvoorstel Registratienr: [7588] Dienst/afdeling: RME/PM Betreft: Inleiding Motivering/Toelichting Voorstel Agendapuntnummer 129 Aantal bijlagen:- Kwaliteit Gebouwen Binnenstad hoofdstuk 7 Het verwijderen of vervangen van rolluiken Aan het eind van de werkingsduur van de subsidieregeling "Het verwijderen of vervangen van rolluiken" per 1 mei 1999, moest gestart worden met de handhaving op het verbod van gesloten rolluiken in het daarvoor aangewezen gebied. Omdat er in de bestaande verordeningen geen juridische gronden zijn om het verbod op gesloten rolluiken te kunnen handhaven zullen sanctionerende maatregelen voorlopig moeten worden opgeschort. Om de betrokkenen in de tussentijd aan te moedigen tot vrijwillige verwijdering of vervanging van gesloten rolluiken wordt voorgesteld om de per 1 mei vervallen subsidieregeling opnieuw vast te stellen voor de periode tot 1 juli 2000. 1De subsidieregeling "Het verwijderen of vervangen van rolluiken", waarvan de werkingduur per 1 mei 1999 is komen te vervallen, opnieuw vast te stellen voor de periode tot 1 juli 2000. 1. Er is een subsidieverordening rolluiken Breda 1994 op 1 mei 1994 van kracht geworden. Hierin staat opgenomen dat er een overgangsperiode van 5 jaar geldt waarin een ieder de gelegenheid krijgt om te voldoen aan de welstandseisen. Daarna zal de gemeente de betrokkenen, waarbij de rolluiken niet voldoen aan de eisen, gaan aanschrijven. Deze subsidieverordening is later, min of meer integraal, opgenomen binnen het project Kwaliteit Gebouwen Binnenstad en als zodanig binnen deze subsidieverordening in maart 1997 door de Gemeenteraad vastgesteld. Op basis van de subsidieverordening rolluiken Breda 1994 zijn in de periode van 1 januari 1994 tot 1 januari 1997 voor 11 panden subsidie verstrekt voor een totaal bedrag van f 12.916,- Tussen 1 januari 1997 en 1 juni 1998 waren er 3 aanvragen voor subsidie voor het vervangen of verwijderen van rolluiken op grond van de regeling KGB. Na wijziging van de subsidieregeling per juni 1998 zijn ervoor 16 panden een beschikking afgegeven met een totaal subsidiebedrag van f 41.390,- .Van het gereserveerde budget van f 300.000,- is nog f 258.610,- beschikbaar Omdat per 1 mei 1999 de overgangstermijn van 5 jaar is verstreken, is in maart begonnen met de voorbereiding om te kunnen handhaven. Hiervoor zijn door Bouw- en Woningtoezicht van alle panden in het werkingsgebied een foto gemaakt om te kunnen beoordelen of ze aan de gestelde eisen voldoen en om gericht te kunnen aanschrijven. Naar nu blijkt zijn er geen voldoende juridische gronden om tot handhaving over te kunnen gaan. Het probleem is dat het verbod op rolluiken niet wordt genoemd in de verordening maar in de toelichting op de verordening. Wel geldt het verbod op gesloten rolluiken die zijn aangebracht na de inwerkingtreding van het bouwbesluit op 1 oktober 1992. Het aanbrengen van een rolluik valt vanaf die datum onder meldingsplichtige bouwwerken. Nu er echter geen voldoende juridische gronden op basis van een verordening zijn, zal uitvoering van de handhaving worden opgeschort. Een nieuwe verordening of toevoeging op een bestaande verordening om het verbod op gesloten rolluiken te kunnen handhaven zal in het najaar van 1999 aan de Gemeenteraad worden voorgelegd ter vaststelling met als ingangsdatum 1 januari 2000. Gezien de zeer lage respons vanaf 1 januari 1994 tot 1 juni 1998 en door de bredere bekendheid over dit onderwerp bij de betrokkenen vanaf 1 juni 1998, wordt verwacht dat, door een gerichte campagne, er een grote kans bestaat dat de betrokkenen alsnog aan te moedigen zijn, om met subsidie, tot -1-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1999 | | pagina 629