Gemeente Breda Raadsvoorstel Registratienr: [5844] Dienst/afdeling: RME/VASTG Agendapuntnummer 15 Aantal bijlagen: Betreft: Vestiging voorkeursrecht gebied Breda-West/'t Hout. Inleiding Bij wet van 4 juli 1996 is de Wet voorkeursrecht gemeenten aangepast in die zin, dat de wet niet enkel geldt voor stadsvernieuwingsgebieden maar ook voor uitbreidingsgebieden. Genoemde wetsaanpassing biedt gemeenten onder meer de mogelijkheid gronden, waaraan een niet agrarische bestemming is toegedacht en waarvan het bestaande gebruik afwijkt van de toegedachte bestemming, onder de werkingssfeer van de Wet voorkeursrecht gemeenten te brengen. Zulks betekent dat eigenaren en zakelijk gerechtigden van de aangewezen gronden worden verplicht bij voorgenomen vervreemding hun rechten eerst aan de gemeente te koop aan te bieden. Mede naar aanleiding van de aanleg van de HSL en de verbreding en omlegging van de A16 heeft ons college op 18 februari 1997 de dienst RME opdracht verstrekt tot het opstellen van de Structuurvisie Breda-West. Het gebied omvat een zone langs het trace van de HSL/A16 binnen de gemeente van de Mark aan de noordzijde tot Hazeldonk aan de zuidzijde. Op 26 maart 1998 heeft uw raad besloten de definitieve structuurvisie Breda-West te hanteren als ruimtelijk en functioneel kader op hoofdlijnen voor de ontwikkeling van Breda-West tot 2010. Een belangrijke ontwikkelingslocatie vormt het toekomstig bedrijventerrein Breda-West/'t Hout. Ten behoeve van de realisering van deze locatie behoeft de gemeente in de toekomst de eigendom van de in dit gebied gelegen gronden. Momenteel wordt in bepaalde gevallen gezamenlijk met Rijkswaterstaat getracht de benodigde gronden te verwerven. Het is echter niet uitgesloten dat derden zich in de onderhavige ontwikkelingslocatie op de markt zullen begeven. Belangrijke nadelen hiervan kunnen zijn een prijsopdrijvende werking, vertraging in de realisering en vermindering van de invloed van de gemeente op de kwaliteit van het plan. Voorstel Te besluiten de percelen die zijn aangegeven op de bij dit besluit behorende lijst en kadastrale kaart aan te wijzen als gronden waarop de artikelen 10 t/m 24, 26 en 27 Wet voorkeursrecht gemeenten van toepassing zijn, een en ander conform het bij dit voorstel behorende concept-raadsbesluit. Motivering/Toelichting Zoals reeds gesteld heeft de gemeente Breda op basis van de Wet voorkeursrecht gemeenten onder meer de mogelijkheid een voorkeursrecht te vestigen op gronden waaraan een niet-agrarische bestemming is toegedacht en waarvan het bestaande gebruik afwijkt van de toegedachte bestemming. In het kader van de structuurvisie Breda-West is het toekomstige bedrijventerrein Breda-West/'t Hout een belangrijke ontwikkelingslocatie. Aan de in dit gebied gelegen gronden wordt een niet-agrarische bestemming toegedacht. Wij zijn van mening dat dit gebied in aanmerking komt voor van toepassing verklaring van voornoemd voorkeursrecht. Artikel 8a van de Wet voorkeursrecht gemeenten biedt ons college de mogelijkheid een voorstel te doen aan uw raad tot het nemen van een besluit waarbij gronden worden aangewezen, waarvan de eigenaar c.q. de zakelijk gerechtigde bij vervreemding van zijn recht verplicht wordt dit recht eerst aan de gemeente aan te bieden. Op 8 december 1998 hebben wij besloten een dergelijk voorstel aan uw raad te doen. Ons besluit is op 11 december 1998 gepubliceerd in de Staatscourant en dagblad BN/De Stem. Op grond van de wet is het voorkeursrecht met ingang van 12 december 1998 voor het gebied Breda- West/'t Hout van kracht. Alle rechthebbenden zijn door ons schriftelijk geïnformeerd. Belanghebbenden hebben de gelegenheid gehad tijdens de vergadering van de commissie Economische Zaken, Cultuur, WAM en Grondbedrijf van 6 januari 1999 - ter voldoening aan de hoorplicht van artikel 4:8 van de Algemene wet bestuursrecht - hun zienswijze tegen het ontwerp-raadsbesluit naar voren te brengen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1999 | | pagina 63