Gemeente Breda Raadsvoorstel Registratienr: [7525] Dienst/afdeling: CON/CBB De eerste Raad van Commissarissen zal bestaan uit 13 personen, die worden benoemd door PNEM/MEGA en EDON. Vijf leden, inclusief de vice-voorzitter, zullen afkomstig zijn uit de Raad van Commissarissen van EDON; acht leden, inclusief de voorzitter, zullen worden gerecruteerd uit de Raad van Commissarissen van PNEM/MEGA. De benoeming van de commissarissen zal door PNEM/MEGA en EDON geschieden zodanig dat zes leden, inclusief de voorzitter, van onafhankelijke signatuur zijn en zeven leden van bestuurlijke signatuur. In artikel 21 van de statuten is de samenstelling van de Raad van Commissarissen opgenomen, zoals deze is voorzien na de eerste Raad van Commissarissen. Deze bepaling houdt in de benoeming van 13 commissarissen als volgt: a. zeven (7) commissarissen, waaronder de voorzitter, worden benoemd door de Raad van Commissarissen; b. twee (2) commissarissen worden benoemd door de Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant; c. een (1commissaris wordt benoemd door de Gedeputeerde Staten van Limburg; d. een (1commissaris wordt benoemd door de vergadering van gemeenten gelegen in de provincie Limburg die aandeelhouder in de vennootschap zijn; e. een (1) commissaris wordt benoemd door de Gedeputeerde Staten van Overijssel; f. een (1) commissaris wordt benoemd door de Gedeputeerde Staten van Groningen. Met het ontstaan van vacatures zal nadere invulling worden gegeven aan de Raad van Commissarissen conform de statuten. Dividendbeleid Wat betreft het dividendbeleid is in de Fusienota het navolgende opgenomen: "De nieuwe onderneming zal geleidelijk overgaan van het huidige terughoudende dividendbeleid op een marktconform dividendbeleid. Geleidelijk omdat de financiële ruimte hiervoor ook aanwezig moet zijn. Marktconform omdat met het oog op de te verwachten privatisering overgegaan moet worden op een dividendbeleid dat aansluit bij de verwachtingen van private investeerders. Indien wordt uitgegaan van de huidige payout van 20% kan aandeelhouders een dividend in het vooruitzicht worden gesteld dat toeneemt van f115 miljoen in 1999 tot f 135 miljoen in 2001. De verwachte ontwikkeling van de solvabiliteit zou gaandeweg een hogere payout rechtvaardigen en dus een hoger dividend. Zekerheid over het nettoresultaat dat gerealiseerd kan worden is er uiteraard niet. Voor de activiteiten die in concurrentie met andere worden uitgevoerd zullen marktaandelen en marges onder druk staan. Het effect hiervan is ingeschat maar in de praktijk zal bewezen moeten worden of deze schattingen juist zijn. Voor de exploitatie van het netwerk en de levering aan gebonden klanten krijgt de onderneming te maken met toezichthouders (de Dienst Toezicht Elektriciteit en het Ministerie van Economische Zaken). Het beleid van deze toezichthouders is nog onvoldoende bekend om het effect hiervan op de beleidsruimte van de onderneming nauwkeurig in te kunnen schatten. Op basis van hetgeen nu bekend is werden de resultaatprognoses opgesteld, maar ook hiervoor geldt dat pas in de loop van volgend jaar de duidelijkheid ontstaat die nodig is om nauwkeuriger schattingen te kunnen maken. Ondanks deze onzekerheden is de resultaatprognose een realistische verwachting en kunnen aandeelhouders er dus vanuit gaan dat een beter dividend kan worden geboden dan tot dusver was aangenomen. In de fusiedocumenten is voorts opgenomen dat de huidige winstrechten/minimum dividend voor de aandeelhouders van PNEM/MEGA over de jaren 1999, 2000 en 2001 door de nieuwe vennootschap worden gegarandeerd. Aan de aandeelhouders van EDON-Groep worden vergelijkbare rechten toegekend. Een en ander is vastgelegd in de bij de Fusiedocumenten behorende aandeelhoudersovereenkomst. De dividendaanspraken/winstrechten over 1998 komen, conform de akte van aandelenruil, toe aan de voormalige aandeelhouders van PNEM/MEGA-Groep resp. EDON-Groep. -4-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1999 | | pagina 690