Gemeente Breda Raadsvoorstel Registratienr: [7525] Dienst/afdeling: CON/CBB Ruilverhouding Zoals aangegeven in de Fusienota wordt voor de ruilverhouding uitgegaan van een relatieve waardering van de aandelen. Door de voorgestelde aandelenruil zullen de aandeelhouders PNEM/MEGA 64% en de aandeelhouders EDON 36% van de aandelen in de Holding PME-Groep N.V. ontvangen. Dit leidt op basis van de huidige geplaatste aandelenkapitalen tot de volgend eigendomsverhouding in de nieuwe onderneming die gebaseerd zullen zijn op een aandelenkapitaal in Euro. Aantal aandelen Percentage Povincies PNEM/MEGA-gebied 70.284.370 47 Gemeenten PNEM/MEGA-gebied 25.512.236 17 Provincies EDON-gebied 40.434.445 27 Gemeenten EDON-gebied 13.451.416 9 Totaal 149.682.196 100 Veranderende positie van aandeelhouders en privatisering Wat betreft de veranderende positie van aandeelhouders en privatisering is in de Fusienota het navolgende opgenomen: "Aandeelhouders participeren in een bedrijf dat onmiskenbaar van karakter verandert: van regionaal nutsbedrijf ontwikkelt het zich tot een overwegend commerciële onderneming met landelijke ambities in een Europees perspectief. Tegelijkertijd zien aandeelhouders zich geconfronteerd met een vermindering van hun directe zeggenschap binnen de onderneming. Vastgesteld moet worden dat privatisering een onvermijdelijk gevolg is van de liberalisering. Alvorens tot privatisering te kunnen overgaan zal echter een aantal belemmeringen moeten worden weggenomen zoals onder meer de kwaliteitseis voor aandeelhouders bij een aantal deelnemingen. Na het opheffen van deze belemmeringen kunnen aandeelhouders, indien ze dit wensen, gefaseerd hun belang in de nieuwe onderneming verminderen. Een gefaseerde aanpak is hierbij niet alleen onvermijdelijk, gezien de eisen die het ABP stelt en de randvoorwaarden van de rijksoverheid, maar biedt de onderneming ook de gelegenheid om zich, waar nodig, aan te passen aan de eisen die nieuwe aandeelhouders zullen stellen. Deze fasering is overigens ook in het belang van de huidige aandeelhouders, omdat de waarde van hun belang in de nieuwe onderneming hierdoor zal toenemen. In de statuten van de nieuwe onderneming is met deze ontwikkeling rekening gehouden en is getracht de meest eenvoudige oplossing te vinden voor de noodzakelijke stapsgewijze aanpassing van de kwaliteitseisen voor aandeelhouders. Bij de oprichting van de vennootschap kunnen aandelen slechts direct of indirect gehouden worden door publiekrechtelijke rechtspersonen. Zodra de belemmeringen bij deelnemingen zijn weggenomen is de mogelijkheid gecreëerd om op eenvoudige wijze voor 49% van het geplaatste aandelenkapitaal deze kwaliteitseis te laten vervallen. Dit besluit wordt door de aandeelhoudersvergadering genomen en vergt geen statutenwijziging meer. Of aandeelhouders daarna van deze mogelijkheid tot verkoop gebruik willen maken is uiteraard een beslissing die aandeelhouders individueel nemen, met inachtneming van de statutaire bepalingen. Hierbij zullen ze ook moeten vaststellen op welke wijze ze hun belang in de vennootschap willen vervreemden. Een gecoördineerde aanpak, waarbij ook het belang van de onderneming wordt meegenomen, verdient uiteraard de voorkeur. In de statuten is verder opgenomen dat aandeelhouders vervolgens, zodra de andere belemmeringen zijn weggenomen, een besluit kunnen nemen om voor 100% van het aandelenkapitaal de kwaliteitseis te laten vervallen. Na het wegnemen van alle kwaliteitseisen zullen de statuten goed vergelijkbaar zijn met de statuten van overige private ondernemingen alhoewel enkele aanpassingen nodig zullen zijn. -5-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1999 | | pagina 691