Gemeente Breda Raadsvoorstel Registratienr: [7559] Dienst/afdeling: RME/MA Betreft: Inleiding Voorstel Agendapuntnummer 146 Aantal bijlagen: 4 Voorstel tot het beschikbaar stellen van krediet in verband met het voorbereiden/uitvoeren van bodemsaneringen in 1999; kennisnemen van de voortgang van het grootschalig historisch onderzoek. De provincie is wettelijk verplicht jaarlijks een milieuprogramma op te stellen. Onderdeel hiervan is het provinciaal programma bodemsanering/waterbodemsanering. In dit programma wordt een algemeen overzicht gegeven van het provinciale bodemsaneringsbeleid en verschaft informatie inzake alle bodemsaneringsactiviteiten in de provincie waar de provincie zelf betrokken is. In dit provinciaal bodemsaneringsprogramma is een aantal, wettelijk voorgeschreven, bodemonderzoeken opgenomen. Deze onderzoeken zijn de volgende. 1Het historisch onderzoek; dit wordt gebaseerd op dossieronderzoek, waarbij de insteek is dat de locatie verdacht is; tevens wordt bij dit onderzoek al globaal beoordeeld of de eventuele sanering een overheidssanering zal worden dan wel een sanering in eigen beheer (d.w.z. uitgevoerd door de veroorzaker c.q. eigenaar van de grond). 2. Het oriënterend onderzoek; dit onderzoek dient om de vermoedens van verontreiniging, die uit het historisch onderzoek volgen, te bevestigen. 3. Het nader onderzoek; dit onderzoek dient om de omvang en ernst van de verontreiniging aangetroffen bij het oriënterend onderzoek, in beeld te brengen. 4. Het saneringsonderzoek; dit onderzoek brengt saneringsvarianten in beeld. 5. Het saneringsplan; hierbij wordt een strategie vastgesteld op welke wijze de sanering uitgevoerd zal moeten worden; vaak wordt het opstellen van het saneringsplan gecombineerd met het saneringsonderzoek. 6. Tot slot volgt de sanering waarbij de vervuiling conform het saneringsplan ongedaan wordt gemaakt; een evaluatie van de sanering, die goedgekeurd moet worden door de provincie, hoort hierbij. 7. Bijzondere projecten. De financiering van deze activiteiten vindt plaats door middel van een wettelijk vastgelegde methodiek. Op grond hiervan is de gemeente verplicht om een gedeelte van de met de activiteiten gemoeide kosten op zich te nemen. Voor het jaar 2000 zal de financieringsystematiek van bodemverontreinigingen in stedelijk gebied ingrijpend wijzigen. Bodemsaneringsgelden (afkomstig van het rijk) van projecten binnen stedelijk gebied van Breda worden dan direct in het gemeentefonds gestort (investeringsfonds Stedelijke Vernieuwing kortom ISV). Dus niet meer via de provincie zoals dat de afgelopen decennia heeft plaatsgevonden. Binnen de gemeente worden thans voorbereidingen getroffen om deze financieringsmethodiek, die gebaseerd is op o.a. een gemeentelijke bodembeheersplan, goed te kunnen invoeren. Dit bodembeheersplan moet worden vastgesteld door de gemeenteraad. In een separaat voorstel zal het bodembeheersplan ter besluitvorming aan uw Raad worden voorgelegd. Bodemkwaliteitskaarten vormen een onderdeel van het bodembeheersplan. Over de bodemkwaliteit van de gedempte grachten en ophogingen uit het verleden is onvoldoende bekend. Onderzoek hiernaar is noodzakelijk. 1Kennisnemen van de evaluatie over jaar 1998 2. Een krediet beschikbaar stellen ten bedrage van ƒ1.911.325,- in verband met het (verplicht) uitvoeren van bodemprojecten in Breda zoals weergegeven in het provinciale programma (water)bodemsanering 1999, inclusief aanvullingen Hoornwerkstraat e.o. en historisch onderzoek gedempte grachten 3 Het gevraagde krediet voor een bedrag van 347.450,- te dekken ten laste van de reserve bodemsanering en het bedrag ad 1.563.875,- te dekken ten laste van bijdragen van provincie en rijk 4 Kennisnemen van de voortgang van het grootschalig historisch onderzoek (voormalige) bedrijfslocaties. -1-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1999 | | pagina 726