Gemeente Breda Raadsvoorstel Registratienr: [5928] Dienst/afdeling: DSB/DBR Agendapuntnummer 18 Aantal bijlagen: 1 Betreft: Gemeentelijk buitenreclameplan Breda. Inleiding In het inliggende Buitenreclameplan wordt het beleid geformuleerd met betrekking tot het plaatsen van reclame in de openbare buitenruimte van Breda. Hiermee wordt invulling gegeven aan het besluit van het college van B&W van 29 oktober 1996 om een plan voor buitenreclame te maken, de mogelijkheden te onderzoeken voor het genereren van inkomsten uit de buitenruimte en de exploitatie via privaatrechtelijke overeenkomsten te realiseren. In het Buitenruimteplan zoals in juni 1998 door de raad is vastgesteld wordt in hoofdlijnen het beheer van de openbare ruimte beschreven. Daartoe wordt beleid ontwikkeld dat de kwaliteit en het gebruik van objecten in de buitenruimte regelt. Het Buitenreclameplan is onderdeel van dit beleid. Dit Buitenreclameplan moet worden gezien in het licht van het besluit van het college van B&W in 1991 om de wildgroei van reclame-uitingen aan te pakken, het opzeggen van de reclameovereenkomsten in 1993 en de effectuering daarvan in 1996. Het Buitenreclameplan bestaat uit een analyse van de huidige situatie, uitgangspunten en randvoorwaarden, visie en beleid, uitgesplitst naar de openbare ruimte, contracten en opbrengsten, regelgeving en handhaving en organisatie. In het Buitenruimteplan wordt voorgesteld dat de gemeente een beperkt aantal reclamedragers in de openbare ruimte laat plaatsen, die door particuliere exploitanten worden verhuurd aan adverteerders. In het Buitenreclameplan worden hiervoor vanuit het oogpunt van kwaliteit van de openbare ruimte randvoorwaarden gesteld aan onder meer het aantal, vormgeving en locaties. Overige reclame zoals gevelreclame valt buiten het bestek van dit plan. Dit vindt plaats via de publiekrechtelijke weg van APV, Buitenruimteverordening Binnenstad en Bouwverordening. Het Buitenreclameplan is in samenwerking met de diensten RME, Cultuur (driehoeksborden), SAW tot standgekomen. Het reclamebeleid is gekoppeld met het toekomstig beleid ten aanzien van bewegwijzering en straatmeubilair. De Welstandcommissie heeft met betrekking tot het Buitenreclameplan op 27 mei 1998 positief geadviseerd. Motivering/Toelichting Met het Buitenreclameplan wordt beoogd om een goed evenwicht te vinden tussen enerzijds het realiseren van een hoge kwaliteit van de openbare ruimte en anderzijds het bieden van mogelijkheden aan ondernemers en (culturele) instellingen om in de openbare ruimte bekendheid te geven aan hun naam, producten en activiteiten. Door de inkomsten te besteden aan coördinatie, regulering, handhaving kan worden bevorderd dat de kwaliteit van de buitenruimte verder verbetert. Aanleiding tot het formuleren van gemeentelijk beleid voor buitenreclame is de wildgroei van reclame uitingen in het recente verleden. Op een aantal locaties werd door reclame-uitingen de kwaliteit en de leefbaarheid van de openbare ruimte aangetast. Bovendien liet de kwaliteit van de reclame-objecten te wensen over. Een wildgroei aan reclame uitingen was mogelijk omdat toetsingscriteria voor reclame ontbraken, met uitzondering van de regelgeving voor de binnenstad. Om deze ontwikkeling een halt toe te roepen heeft het college van B&W in december 1991 besloten een opschoonactie van de openbare ruimte te houden, met als doel het aantal reclame-uitingen te Voorstel 1. Kennis te nemen van de resultaten van de consultatie van de betrokken Bredase organisaties over het Gemeentelijk Buitenreclameplan Breda op 9 november 1998; Vaststellen van het Gemeentelijk Buitenreclameplan Breda; Het college te machtigen tot het afsluiten van: - een overeenkomst voor de exploitatie van 18 billboards - een overeenkomst voor de exploitatie van 150 lichtmastborden. 2. 3.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1999 | | pagina 74