Gemeente Breda Raadsvoorstel Registratienr: [7793] Dienst/afdeling: RME/JZ Het oude planologische regime maakte ook vormen van gebruik mogelijk waarbij grote groepen mensen op allerlei tijdstippen ter plaatse konden arriveren en vertrekken, in de tussentijd verblijvend in gebouwen die met de ramen gericht konden worden op de woningen in de onmiddellijke omgeving, hetgeen een behoorlijke aantasting van het woongenot c.q. de privacy voor laatstgenoemde woningen met zich mee zou hebben kunnen brengen. De omstandigheid dat voormelde bebouwings- en gebruiksmogelijkheden ter plaatse feitelijk nooit gerealiseerd zijn, is een omstandigheid die bij de beoordeling van verzoeken ex artikel 49 WRO niet ter zake doet, aangezien het in dat kader gaat om vergelijking van twee opeenvolgende planologische regimes, ongeacht of en zo ja in welke mate de mogelijkheden van het oude planologische regime zijn gerealiseerd. Kort samengevat was voorheen met de feitelijke toestand de maximaal nadelige planologische invulling van het bestemmingsplan bij lange na niet bereikt c.q. gerealiseerd. Het bestemmingsplan Verkeerswegen heeft een aantal consequenties gehad voor het object van belanghebbenden. Als nadelig gevolg kan gewezen worden op de hoge geluidsbelasting op de gevel van het object van belanghebbenden, met name de achterzijde. In principe kan (toename van) geluidhinder leiden tot voor vergoeding ex artikel 49 WRO vatbare schade, zulks is gebleken uit de jurisprudentie. Uit jurisprudentie blijkt tevens dat de omstandigheid dat (op kosten van Rijkswaterstaat) de geluidhinder in de woning is teruggebracht tot binnen de wettelijke normen niet automatisch met zich meebrengt, dat reeds deswege geen voor vergoeding ex artikel 49 WRO vatbare schade ontstaat. Het enkele feit dat in voorkomende gevallen de geluidsbelasting op een object door de aanleg van een Rijkswaterstaatswerk hoger wordt leidt echter niet automatisch tot het ontstaan van te vergoeden planschade. Bij de beantwoording van de vraag of zich als gevolg van de uitvoering van Rijkswaterstaatwerken planschade voordoet, dienen namelijk naast het geluidshinderaspect ook alle andere voor de waarde en waardevermindering van belang zijnde aspecten te worden meegewogen zoals uitzicht, ligging, aanwendingsmogelijkheden etc.. Indien zich bij een planologische maatregel op een ander vlak als gevolg van de ingreep bepaalde voordelen voordoen kunnen deze in principe met het nadeel van de geluidhinder worden gesaldeerd. Te denken valt aan verbetering van uitzicht door het wegbestemmen van planologisch aanwezige bouw- en gebruiksmogelijkheden nabij het beweerdelijk getroffen object. Na vergelijking van het oude planologische regime met het bestemmingsplanregime Verkeerswegen komt de schadebeoordelingscommissie tot de conclusie dat dit bestemmingsplan, althans in planologisch opzicht, een aantal duidelijke voordelen met zich heeft gebracht. Het object van belanghebbenden is thans niet meer gelegen aan een (potentieel intensief gebruikte) doorgaande weg, doch aan een weg waarvan alleen bestemmingsverkeer gebruik maakt. Voorts zijn door het van kracht worden van het bestemmingsplan Verkeerswegen de potentieel belastende bebouwings- en gebruiksmogelijkheden (landarbeiderswoningen, gestichten etc.) komen te vervallen en is het uitzicht aan de voorzijde van het object van belanghebbenden door de aldaar gelegde nieuwe bestemming "Agrarisch gebied zonder bebouwing met landschappelijke waarde" gegarandeerd onbelemmerd geworden. De hiervoor geschetste voordelen, zijnde kort samengevat het wegvallen van de belastende bebouwings- en gebruiksmogelijkheden, het verdwijnen van een potentieel intensief gebruikte doorgaande verbinding "voor de deur" en het gegarandeerde vrije uitzicht aan de voorzijde van de woning zijn van zodanige betekenis dat zij de nadelige gevolgen van de realisering van de Rijksweg A 58 c.a. in elk geval op zijn minst kunnen compenseren. De schadebeoordelingscommissie is van oordeel dat per saldo het onherroepelijk worden van het bestemmingsplan Verkeerswegen voor belanghebbenden geen schade met zich heeft gebracht, die voor vergoeding ex artikel 49 WRO in aanmerking komt. De schadebeoordelingscommissie adviseert dan ook het verzoek om planschadevergoeding af te wijzen. -3-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1999 | | pagina 810