Gemeente Breda Raadsvoorstel Registratienr: [7417] Dienst/afdeling: RME/JZ Zoals hiervoor reeds gesteld heeft uw raad het verzoek om planschadevergoeding ontvankelijk verklaard en voor advies in handen gesteld van de schadebeoordelingscommissie. Bij brief van 14 april 1999* is dit advies uitgebracht. De SAOZ stelt in het door haar uitgebrachte advies het volgende. Van het in uitvoering zijnde bouwplan is een bebouwingsblok gelegen op een afstand van 3 meter ten noordoosten van het perceel van verzoekers, evenwijdig aan de gehele zijdelingse perceelsgrens. Aan de zijde van de Haagweg ligt de kopgevel (trappenhuis) circa 5 meter achter de doorgetrokken voorgevelrooilijn van de woning van verzoekers. Het complex strekt zich van daaruit over een afstand van ca. 43 meter uit in zuidoostelijke richting. Het complex is opgetrokken in 4 bouwlagen met plat dak. Op de begane grond bevinden zich commerciële ruimten en op de verdiepingen bevinden zich, verdeeld over drie bouwlagen, in totaal 18 appartementen. De appartementen zijn met de ingangen, gelegen aan de galerijen, gericht op het object van verzoekers. De bouwhoogte van het complex bedraagt ca. 12,2 meter. Direct grenzend aan de noordoostelijke en zuidoostelijke perceelsgrens van verzoekers zijn bergingen opgericht. Een ander bebouwingsblok is met de noordelijke hoek gelegen op een afstand van 5 meter schuin ten zuiden van het object van verzoekers. Deze bebouwing strekt zich van daaruit over een afstand van ca. 55 meter uit in zuidwestelijke richting. Deze bebouwing omvat 8 aaneengesloten eengezinswoningen opgetrokken in twee bouwlagen met kap en aan weerszijden stapelwoningen (totaal 4) opgetrokken in 3 bouwlagen met plat dak. De bouwhoogte bedraagt ca. 9 meter. Voor het gebied alwaar het onderhavige bouwplan in uitvoering is vigeerde ten tijde van het verlenen van de bouwvergunning het bestemmingsplan Heuvel, ged. Vestkant e.o. Het perceel van verzoekers alsmede de naastgelegen percelen hebben in dit bestemmingsplan de bestemmingen "Bouwklasse AB" en "Eigen tuinen". Op de als "Bouwklasse AB" bestemde gronden is bebouwing toegestaan tot een goothoogte van 9 meter met een uiteenlopend gebruik zoals woongebouwen, winkels, winkelhuizen, bedrijfsgarages, kantoren, horecabedrijven, openbare en bijzondere gebouwen. Op de terreinen met de bestemming "Eigen tuinen" is de bouw van bergplaatsen en/of garages met een vloeroppervlak van respectievelijk 10 m2 en 20 m2 toegestaan. Evenwijdig aan vrijwel de gehele noordoostelijke zijgevel van de woning van verzoekers hebben de gronden de bestemming "Openbare weg". Op grond van deze bestemming is realisering van gebouwtjes ten algemene nutte en z.g. straatmeubilair aldaar toegestaan. De afstand van de achterste perceelsgrens van verzoekers tot de aldaar gerealiseerde bebouwing bedraagt ca. 30 meter. In het rapport van SAOZ zijn enkele situatiefoto's opgenomen alsmede een afdruk van een gedeelte van de bestemmingsplankaart voor de onderhavige situatie. Zoals hiervoor reeds vermeld werd voor het onderhavige terrein aan de Rijnstraat/Scheldestraat een bouwplan ontwikkeld voor de bouw van 129 woningen en commerciële ruimten. Met toepassing van de anticipatieprocedure werd op 23 december 1997 door ons college vrijstelling ex artikel 19 WRO en bouwvergunning verleend voor het onderhavige bouwplan. Planologisch is de opgerichte bebouwing ingepast in het in procedure zijnde voorontwerp bestemmingsplan Haagpoort. Namens verzoekers is gesteld dat ten gevolge van de planologische mutatie schade geleden wordt in de vorm van waardevermindering van hun onroerend zaak. De beweerdelijk schadeveroorzakende planologische maatregelen dienen vergeleken te worden met het voorheen geldende planologisch regime, waarbij het wat betreft het oude planologische regime niet van belang is in hoeverre de bestemming feitelijk is of zou zijn gerealiseerd. Gesteld kan worden dat de bebouwingsmogelijkheden in het betrokken gebied sterk verruimd zijn, hetgeen voor de verzoekers nadelige consequenties heeft gehad. Het woongenot is verslechterd als gevolg van een (verdergaand) verlies van privacy, een verminderde lichtinval en in het algemeen een verstening van de directe omgeving. -2-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1999 | | pagina 814