Gemeente Breda Raadsvoorstel Registratienr: [7417] Dienst/afdeling: RME/JZ Consequenties Voor wat betreft het gebruik van de bebouwing kan het volgende worden geconstateerd. Op grond van de voorschriften van het vigerende bestemmingsplan Heuvel, ged. Vestkant e.o. is ter plaatse een breed scala aan functies mogelijk zoals b.v. wonen, winkels kantoren, horecabedrijven en sociaal- culturele instellingen. Met name kan geconstateerd worden dat het vigerende bestemmingsplan zich niet verzet tegen de oprichting van gebouwen tot een doel c.q. met een functie die zich niet goed laat verenigen met de woonfunctie van de onmiddellijke omgeving. De oprichting van gebouwen met een naar hun aard verkeersaantrekkende en anderszins overlast veroorzakende functie (BV. gemeenschapshuizen, bibliotheken, scholen, horecabedrijven etc.) is in planologisch opzicht reëel. Van de realisering van deze gebruiksmogelijkheden zou onmiskenbaar een ruimtelijke negatieve uitstraling uitgaan op de in de onmiddelijke omgeving gelegen woningen, waaronder die van verzoekers. Deze uitstraling gaat verder dan de uitstraling van het gebruik die de voorheen feitelijk aanwezige bebouwing had op zijn omgeving. De bestemming "Bouwklasse AB" maakt ook vormen van gebruik mogelijk waarbij grote groepen mensen op allerlei tijdstippen ter plaatse kunnen arriveren en vertrekken, in de tussentijd verblijven in gebouwen, die met de ramen direct gericht kunnen worden op de woningen in de onmiddellijke omgeving, hetgeen een behoorlijke aantasting van het woongenot c.q. de privacy voor laatstgenoemde woningen met zich mee kan brengen. De thans opgerichte bebouwing wordt gebruikt voor een functie die beter aansluit bij de onmiddellijke omgeving, zodat wat betreft de aard van het gebruik geen sprake is van een verslechtering. Van een te "salderen" planologisch voordeel kan echter evenmin worden gesproken aangezien de vrijstelling ex artikel 19 WRO de onderliggende bestemming niet (in voor verzoekers positieve zin) heeft gewijzigd. Een en ander laat onverlet dat het gebruik zich thans ook uitstrekt over gronden waar dit gebruik voorheen niet mogelijk was, waardoor de intensiteit van het gebruik ter plaatse is toegenomen met daaruit voortvloeiend de reeds gememoreerde nadelige gevolgen voor verzoekers. De SAOZ komt dan ook tot de conclusie dat verzoekers als gevolg van het onherroepelijk worden van de vrijstelling ex artikel 19 WRO in een planologisch nadeliger positie zijn komen te verkeren, waaruit waardevermindering is voortgevloeid die in principe op de voet van artikel 49 WRO voor vergoeding in aanmerking komt. De omvang van de waardevermindering is afhankelijk van een aantal factoren, waaronder de aard en de waarde van het getroffen object, de aard en de ernst van de inbreuk in verhouding tot de oude planologische situatie en de jurisprudentie op artikel 49 WRO. De SAOZ is van oordeel dat de in het door verzoekers overgelegde taxatierapport ten aanzien van de waarde en de waardevermindering van het van het object genoemde bedragen reëel voorkomen. De waardedrukkende werking, welke van genoemde bebouwing op het object Haagweg 123 uitgaat, voor zover deze uitgaat boven de waardedrukkende werking als gevolg van de maximale bebouwings- en gebruiksmogelijkheden van het vigerende planologische regime is, volgens de SAOZ te stellen op een bedrag van f 30.000,-. De SAOZ stelt verder dat toen door verzoekers de eigendom van de onroerende zaak werd verworven (1964), de planologische mutatie niet was te voorzien. SAOZ adviseert dan ook het door haar genoemde schadebedrag van f 30.000,-. geheel voor vergoeding in aanmerking te doen komen, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 13 augustus 1998 tot de dag der uitbetaling. Ons college kan instemmen met het door SAOZ uitgebrachte advies en adviseert uw raad tot toekenning van voornoemd bedrag als planschade. Juridisch Tegen het raadsbesluit kan ingevolge de Algemene wet bestuursrecht bezwaar en beroep worden ingesteld. Financieel De financiële consequenties kunnen als volgt worden geraamd: - totale planschadevergoeding fl. 30.000,— - wettelijke rente (geschat) fl 2.250,- - terugstorting geldsom fl 250,- -3-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1999 | | pagina 815