Gemeente Breda Raadsvoorstel Registratienr: [8253] Dienst/afdeling: RME/JZ Consequenties l Met betrekking tot het bestemmingsplan Oude Beekhoek stelt de schadebeoordelingscommissie in haar advies het volgende. Middels dit bestemmingsplan werd de realisering van een nieuwe woonwijk mogelijk gemaakt. Voorheen hadden de gronden de bestemmingen Kernrandzone (bestemmingsplan "t Hoekske") en Agrarisch bouwblok A (bestemmingsplan "Buitengebied"). Op de gronden met de bestemming Agrarisch bouwblok A konden potentieel (milieu)hinderlijke en uitzichtbeperkende gebouwen worden opgericht ten behoeve van een agrarisch bedrijf. De oprichting van deze gebouwen en het daarbij behorende (hinderlijk) gebruik is thans niet meer mogelijk, hetgeen een voordeel voor belanghebbenden heeft meegebracht. Hiertegenover staat dat de intensiteit van het gebruik van het gebied is toegenomen en dat het agrarisch karakter van de omgeving ten noorden van het perceel van belanghebbenden is verdwenen, hetgeen in objectieve zin heeft geleid tot een zekere vermindering van de situeringswaarde van het object. Het zwaartepunt van de verslechtering is echter gelegen in de omstandigheid, dat direct grenzend aan het perceel van belanghebbenden woonbebouwing kan worden opgericht, daar waar dit onder de vigeur van het bestemmingsplan "t Hoekske"was uitgesloten, aangezien over een lengte van 20 meter uit de Chaamseweg de bestemming "Kernrandzone" vigeerde, alwaar geen bebouwing kon worden opgericht. De ter plaatse mogelijk gemaakte woonbebouwing (een vrijstaande woning) vormt op zichzelf beschouwd geen dissonant in de aanwezige bebouwingsstructuur, doch brengt voor belanghebbenden wel negatieve gevolgen met zich mee in de vorm van privacy- en uitzichtverlies en een minder vrije ligging van de woning. De schadebeoordelingscommissie komt tot de conclusie dat het onherroepelijk worden van dit bestemmingsplan heeft geleid tot een planologisch nadelige mutatie voor belanghebbenden, waaruit schade is voortgevloeid die in principe op de voet van artikel 49 WRO voor vergoeding in aanmerking komt. De omvang van de waardevermindering is afhankelijk van een aantal factoren, waaronder de aard en de waarde van het getroffen object, de aard en de ernst van de inbreuk in verhouding tot de oude planologische situatie, de peildatum van de waardevermindering en de jurisprudentie op artikel 49 WRO. Bij de beoordeling van de vraag hoe groot de waardevermindering is voor het object van belanghebbenden wordt het volgende in aanmerking genomen. Een willekeurige gegadigde zou zijn prijs voor het object zonder de aanwezigheid van een mogelijk gemaakte bebouwing, doch rekening houdende met de maximale mogelijkheden van het oude planologische regime, op een hoger bedrag gesteld hebben dan de prijs die hij bereid is te betalen nu er na de planologische mutatie bebouwing is mogelijk gemaakt in de vorm en omvang zoals door het bestemmingsplan Oude Beekhoek. De waardedrukkende werking, welke van genoemde bebouwing op het object Oude Beekhoek 1 uitgaat, voor zover deze uitgaat boven de waardedrukkende werking als gevolg van de maximale (bebouwings)mogelijkheden van het oude planologische regime is, naar het oordeel van de schadebeoodelingscommissie, te stellen op f 17.500,-. Anders gesteld, de waarde met de gewraakte bebouwing ligt per 11 oktober 1990 f 17.500,-. lager dan de waarde zonder die bebouwing, doch rekening houdende met de oude planologische mogelijkheden. De waarde van het object, juist na de planologische mutatie, is naar de mening van de schadebeoordelingscommissie te stellen per genoemde datum op een bedrag dat in de orde van grootte van f 240.000,--. lag. De Stichting Adviesbureau Onroerende Zaken is van oordeel dat dit schadebedrag geheel voor vergoeding in aanmerking komt, vermeerderd met de wettelijke rente over het toe te kennen bedrag waarbij de datum van ontvangst van het verzoek geldt als ingangsdatum zijnde 10 december 1997 tot de dag der uitbetaling. Ons college kan instemmen met het door SAOZ uitgebrachte advies en adviseert uw raad tot toekenning van voornoemd bedrag als planschade. Juridisch

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1999 | | pagina 819