het buitengebied en bij cultuurhistorisch waardevolle plekken en monumenten. In de dorpen zal geen gemeentelijke buitenreclame geplaatst worden. 2. De zones waarin reclame wel toegestaan wordt bestaan uit de hoofdwegeninfrastructuur, bedrijfs- en industrieterreinen, hoofd- en buurtwinkelcentra. 3. Gezien de verstorende invloed op het stadsbeeld zal de gemeente niet overgaan tot het (laten) plaatsen van grootschalige reclamemasten, met uitzondering van een mast op Hoog- eind I. 4. Plaatsing van billboards, lichtmastreclame en drievlaksborden is mogelijk op de hoofdver keerswegen. 5. Het aantal locaties voor reclame-objecten wordt gemaximeerd op 18 voor billboards, 150 voor drievlaksborden (zes series van 25) en 150 voor lichtmastborden. Daarnaast mag er nog één reclamemast geplaatst worden op Hoogeind I. Deze maxima gelden zowel voor re clame in de openbare ruimte als voor reclame op particulier terrein die zich naar het open baar gebied richt. Dit betekent feitelijk dat de gemeente geen toestemming zal verlenen voor deze laatste soort reclame. 6. Het is uiteraard niet de bedoeling dat op bepaalde routes een opeenstapeling van reclame objecten gaat ontstaan. Bij het bepalen van de locaties verdient dit extra aandacht. 7. Afhankelijk van de locatie dient de gemeente bewoners in staat te stellen hun mening te ge ven over eventueel door het reclame-object veroorzaakte overlast of hinder. 8. Laat exploitanten actief meedenken over het verbeteren van de kwaliteit van de openbare ruimte. 9. Stel aan reclame-objecten de volgende eisen: - hoogwaardige kwaliteit, tot uitdrukking komend in een tijdloos ontwerp en een rustig, niet opdringerig uiterlijk; - een zekere uniformiteit in de uiterlijke verschijningsvorm, uitgaand van de ellips als het Bredase model; - Bredaas groen als kleur (RAL 6009); - vaste, solide constructies op vaste plaatsen; - en uiteraard moet het onderhoud adequaat inspelen op vandalisme en andere beschadigin gen. Regelgeving 1Binnen verstedelijkte gebieden is op het gebied van reclame-objecten meer mogelijk dan in het buitengebied. Voorwaarde is wel dat, omwille van de ruimtelijke kwaliteit, de objecten stedenbouwkundig goed inpasbaar zijn. 2. In het algemeen moet reclame zich wat betreft vorm, kleur, afmetingen, plaats en sfeer voegen naar de omgeving en moet ze in het straat- en stadsbeeld passen. Optimaal is de reclame die kwaliteit toevoegt aan de buitenruimte. 3. Pas een viervoudige toets toe op reclame-uitingen vanuit stedenbouwkundige, welstands-, juridische en beheeroptiek. 4. Voor het plaatsen van reclameborden op particulier terrein die zich op de voorbijgangers op de openbare weg richten zal de gemeente geen toestemming meer verlenen. Voor be staande borden zal een overgangsregeling getroffen worden. Dit geldt niet voor reclame borden die ook volgens de bestaande regels al niet toegestaan waren. 5. Doorloop voor het kunnen realiseren van billboards de vereiste planologische procedure: per locatie een artikel 19-procedure of mogelijk voor de hele stad een facet-bestemmings plan. 6. Bij het plaatsen van een reclame-object moet in ieder geval aan de volgende criteria wor den voldaan: - Een goede spreiding van het reclamemeubilair op of langs de openbare weg, ook met het oog op verkeersveiligheid. Daarbij bedraagt de norm 40 meter tussen de verschillende vormen van reclame, dat is ongeveer gelijk aan de gemiddelde afstand tussen twee lichtmasten. - Het afstandsbeding uit het contract met Publex, te weten 50 meter. - 2 -

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1999 | | pagina 82