2 INLEIDING 2.1 Aanleiding In oktober 1996 verzocht het College van Burgemeester en Wethouders aan de directeur Stadsbeheer om een reclameplan op te stellen. De aanleiding hiervoor was de bestuurlijke op dracht om de mogelijkheden te onderzoeken tot het verkrijgen van (alternatieve) inkomsten uit de buitenruimte. Dit was nodig om het wegvallen van inkomsten door het opzeggen van re clamecontracten te compenseren. Hierbij speelde het feit mee dat de handhavingskosten voor de openbare ruimte in een reeks van jaren aanzienlijk waren gestegen. Met het opzeggen van de contracten beoogde de gemeente indertijd om het aantal objecten in de openbare buitenruimte terug te brengen. Hoewel dit reclameplan het voorstel bevat om een aantal reclame-objecten opnieuw te introduceren in Breda, is bij het voorbereiden van het plan de zorg voor de kwaliteit van de openbare ruimte steeds een dominerende factor ge weest. 2.2 Projectomschrijving Het plan dat nu voor u ligt geeft een kader voor het gemeentelijk beleid ten aanzien van bui tenreclame in de openbare ruimte. Voor het nemen van beslissingen over reclame-objecten is het immers noodzakelijk dat het gemeentebestuur zijn standpunt op dit beleidsterrein bepaald heeft. In bijlage 1 vindt u de volledige projectomschrijving, die onderdeel uitmaakt van een notitie van de Dienst Stadsbeheer over 'Planvorming met betrekking tot buitenreclame, be wegwijzering en straatmeubilair' (oktober 1996). Naast de nota 'Regelgeving Binnenstad' kent Breda met dit plan nu een tweede beleidsstuk over reclame, zij het dat alleen de gemeentelijke buitenreclame behandeld wordt. De nota voor de binnenstad gaat over alle vormen van buitenreclame, maar geldt alleen voor het his torisch stadshart. Het beleid voor 'particuliere' buitenreclame zal later ontwikkeld worden, waarbij gebruik gemaakt kan worden van de in de binnenstad opgedane ervaringen. Het plan voor gemeentelijke buitenreclame vormt onderdeel van de beleidsontwikkeling voor de inrichting van de openbare ruimte. In het 'Buitenruimteplan' van de gemeente wordt in hoofdlijnen het beheer van de openbare ruimte omschreven. Bij het opstellen van het Buiten ruimteplan werd geconstateerd dat het in Breda de, ongewenste, praktijk is dat er in één straat allerlei verschillende soorten straatmeubilair door elkaar heen staan. Dat leidt niet alleen tot een rommelig straatbeeld, maar het is ook uit het oogpunt van beheer en onderhoud onpraktisch en kostbaar. Om meer uniformiteit te bereiken ligt het in de bedoeling om tot een catalogus voor straatmeubilair te komen. Bewegwijzering en buitenreclame vallen weliswaar ook onder het paraplubegrip straatmeubilair, maar krijgen vanwege hun andersoortige pro blematiek een afzonderlijke behandeling. 2.3 Reikwijdte Zoals uit de projectomschrijving blijkt gaat het in dit plan om de reclame-uitingen die op ini tiatief van de gemeente in de openbare buitenruimte geplaatst worden. Reclame op en aan ge bouwen valt buiten het bestek van dit plan. Het aanbrengen van gevelreclame vindt plaats via de publiekrechtelijke weg van APV, Buitenruimteverordening Binnenstad en Bouwverorde ning. Ook het via de publiekrechtelijke weg plaatsen van losse reclame-objecten in de open bare buitenruimte, zoals stoepborden en aanhangwagentjes, wordt hier niet behandeld. Voor deze 'particuliere buitenreclame' zal afzonderlijk beleid geformuleerd worden, met dien ver stande dat dit voor het stadscentrum al gebeurd is in de nota Regelgeving Binnenstad. Het - 4 -

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1999 | | pagina 84