Gemeente Breda Raadsvoorstel SAW/WOA Registratienr: [8542] Dienst/afdeling: Ontslagen worden later geëffectueerd In maart 1999 is ontslagvergunning aangevraagd bij Arbeidsvoorziening. Er werd vanuit gegaan en naar gestreefd dat ontslag per 1 juli a.s. zou plaatsvinden. Rekening houdend met de verlaagde bijdrage van Arbeidsvoorziening, het ontslag van een aantal medewerkers en daaraan gekoppeld een afgeslankt programma, zou de exploitatie voor 1999 sluitend zijn. De ontslagvergunning heeft echter dermate lang op zich laten wachten dat het eerste ontslag eerst per 1 december a.s. zal ingaan.( er zijn verschillende termijnen, zodat niet bij iedereen het ontslag per 1 december a.s. geëffectueerd kan worden). Dit legt niet alleen een druk op de exploitatie die niet was voorzien maar ook en vooral op de liquiditeit van dit moment. Uitblijven ESF- subsidie Op de tweede plaats heeft "Brussel" de ESF- subsidies voor arbeidsmarktbeleid geblokkeerd. Gevolg daarvan is dat het RWS op dit moment niet kan beschikken over deze subsidie. De blokkering heeft zowel betrekking op de afrekening 1998 als op de voorschotverstrekking 1999. De blokkering is het gevolg van de vermeende fraude met ESF in subsidies in delen van Nederland. Uit contacten met Arbeidsvoorziening is duidelijk geworden dat er voorlopig geen betalingen zijn te verwachten. In afwachting van het onderzoek naar fraude zijn alle betalingen naar Nederland geblokkeerd. Naar verwachting zullen de betalingen eind 1999 plaats vinden. Voorschotverstrekking door Arbeidsvoorziening - zoals overigens in het verleden gebruikelijk - kunnen door Arbeidsvoorziening als gevolg van eigen liquiditeitsproblemen niet (meer) gedaan worden. Er zijn dus twee oorzaken voor de problematiek: ESF betaalt de afrekening niet uit om eventuele nadelen te kunnen verrekenen met de betalingen over 1999 Arbeidsvoorziening betaalt geen voorschotten meer uit eigen fondsen, gelet op de liquiditeitsproblemen bij die organisatie. Inmiddels is besloten tot de oprichting van een landelijk noodfonds om in ieder geval daar financieel te hulp te schieten waar dat nodig is om te voorkomen, dat faillissementen e.d. dreigen. De omvang van het noodfonds is 150 miljoen landelijk, hetgeen ongeveer 25% dekt van de toegezegde subsidies. Bij de toedeling van middelen aan noodlijdende projecten zal vooral gelet worden op de afhankelijkheid van diverse geldstromen. Niet bekend is welk bedrag voor de regio beschikbaar komt. Bovendien is niet duidelijk welke ernstige gevallen zich op dit moment voordoen, terwijl bij de uiteindelijke toekenning van een voorschot uit dit noodfonds ook een afweging gemaakt moet worden van de ernst per project. In dit verband is de vraag of het RWS een beroep kan doen op een voorschot uit het noodfonds. Deze vraag moet ontkennend worden beantwoord, aangezien het RWS niet de aanvragende partij is. Formele aanvrager van de subsidie is de gemeente Breda. Dit betekent dat dus bij de beoordeling van een verzoek om een voorschot uit het noodfonds de situatie van de gemeente Breda wordt beoordeeld. Dit zou kunnen betekenen dat in een afweging geen voorschot wordt verstrekt. Overigens moet hierbij opgemerkt worden, dat een voorschot, gelet op de omvang van het noodfonds, ook maar een zeer gedeeltelijke oplossing zal bieden. -2-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1999 | | pagina 883