Gemeente Breda
Raadsvoorstel
SAW/WOA
Registratienr: [8542]
Dienst/afdeling:
Verwacht mag worden, dat ook volgend jaar problemen zullen ontstaan. De ministeries van Financiën,
Sociale Zaken en Werkgelegenheid zoeken momenteel samen met Arbeidsvoorziening op landelijk niveau
naar een structurele oplossing.
Omtrent de status van de beschikkingen gaat Arbeidsvoorziening ervan uit, dat aan de beschikkingen
uitvoering wordt gegeven, dus dat uiteindelijk de gelden, die zijn toegezegd, ook inderdaad zullen
worden betaald al of niet met verrekening van ten onrechte ontvangen subsidies. Dit laatste speelt in
Breda niet., aangezien dergelijke signalen nog niet zijn afgegeven. Bovendien is de verantwoording m.b.t.
de ESF- subsidie t.b.v. het RWS in het verleden steeds in orde geweest.
De inschatting is dus gerechtvaardigd, dat de middelen inderdaad op enig moment ter beschikking
komen.
Er zijn diverse scenario's denkbaar om tot een oplossing te komen:
Exploitatietekort betalen tot een percentage van 90%;
Onmiddellijke opheffing
Voorfinanciering ESF- subsidie
Exploitatietekort betalen voor 90%
Op grond van de verklaring voor de B-3 status is de gemeente verplicht op basis van de
jaarrekeningresultaten de tekorten voor 90% aan te vullen. Formeel ontstaat deze verplichting dus op het
moment dat de jaarrekening is vastgesteld, maar materieel werkt deze verplichting al op het moment dat
de exploitatie in gevaar komt en er geen andere financieringsstromen zijn.
De gemeente Breda zou dus kunnen stellen dat 90% wordt opgevangen. Het stichtingsbestuur staat dan
voor de opgave om zelf 10% te dekken, maar binnen de stichting zijn deze middelen niet voorhanden. De
stichting zou dus in dat geval het faillissement moeten aanvragen dan wel de stichting - met schriftelijke
goedkeuring van de gemeente - moeten ontbinden.
De gemeente Breda kiest er dan in die situatie voor om de stichting op te laten heffen met alle gevolgen
van dien voor de dan ingeschreven cursisten zonder dat hiervoor op dat moment een alternatief
aanwezig. Deze oplossing verdient niet de voorkeur.
Onmiddellijke opheffing
Onmiddellijke opheffing leidt in feite ten aanzien van het cursorisch gebeuren tot hetzelfde probleem als
hiervoor is aangegeven.
Voor de gemeente betekent dit enerzijds dat het exploitatietekort (gedeeltelijk) niet ontstaat en dat als
gevolg van ontslag van het personeel onmiddellijk wachtgeldverplichtingen ontstaan. Bij deze oplossing
moet bedacht worden dat onmiddellijke opheffing ook nog altijd enige voorbereiding behoeft, zorg voor
cursisten dient te worden geëffectueerd en overleg met het bestuur is noodzakelijk, aangezien niet de
gemeente de bevoegdheid heeft tot ontbinding. Onmiddellijk opheffen betekent dan wellicht opheffen
per 1-11-1999. Daarmee loopt de gemeente dus toch al tegen een exploitatietekort aan over de periode
tot en met oktober 1999. Ook dit lijkt geen optie
-3-