eenkomsten met reclame-exploitanten. De nota bevatte de constatering dat het aantal reclame-uitingen in Breda geweldig gegroeid was: Niet alleen het aantal wordt als storend beleefd maar vaak ook worden de vorm en kleuren als onesthetisch en agressief ervaren [blz. 12]. Daar bleef het niet bij, want die reclame-objecten konden ook een obstakel vormen voor min der validen en andere gebruikers. Na overwogen te hebben dat de APV onvoldoende mogelijk heden bood om reclame-uitingen in de hand te houden, vervolgde de nota met de uitspraak dat het hard nodig was om een nieuw reclamebeleid vast te stellen: Met als doel het aantal reclame-uitingen te verminderen en de kwaliteit ervan te verhogen [blz. 13]. Als uitvloeisel van de nota werd Bureau Regulering opgericht, dat vervolgens opdracht kreeg tot het verminderen van het aantal reclame-uitingen in de openbare ruimte. Regelgeving binnenstad Een andere in dit verband belangrijke nota is de in februari 1995 door de gemeenteraad vast gestelde nota 'Regelgeving Binnenstad', met de bijbehorende 'Buitenruimteverordening Bin nenstad Breda'. De nota beoogde het commercieel gebruik van de buitenruimte door reclame, bedrijfsaanduidingen, terrassen en ambulante handel een plaats te geven in het integraal be leid ten aanzien van de regelgeving en handhaving voor de openbare ruimte. Dat leidde tot het weinig milde oordeel: Reclame is zeer dominant aanwezig in het straatbeeld. Gezien het doel van reclame: de con sument op het eigen bedrijf opmerkzaam maken, zal worden getracht de reclame in de onmid dellijke omgeving te overtreffen om dit doel te bereiken. Zonder adequate regelgeving leidt dit onherroepelijk tot een cyclisch proces van toenemende reclame-uitingen. De veelheid van reclame-uitingen doet afbreuk aan de schoonheid en de eigen identiteit van de historische bin nenstad [blz. 4], De Buitenruimteverordening omschrijft het gewenste terughoudende beleid nauwkeurig voor gevelreclame. Maar nota noch verordening besteden veel aandacht aan buitenreclame op basis van privaatrechtelijke overeenkomsten. Hoewel een eenduidig geformuleerd beleidskader ontbreekt, is er binnen de gemeentelijke or ganisatie in de loop van de jaren wel een beeld gegroeid van welke kant het in Breda uit zou moeten gaan met de buitenreclame. Daarin spelen met name het vergroten van de kwaliteit van de buitenruimte en het versterken van de belevingswaarde een rol. Dat resulteerde in het streven om het aantal reclame-objecten te verminderen. Het verkrijgen van inkomsten nam daarbij geen prominente plaats in. 4.2 Contracten en opbrengsten Huidige contracten Het aantal privaatrechtelijke overeenkomsten voor buitenreclame is op dit moment uiterst overzichtelijk te noemen. Het gaat om de volgende contracten: - Eind 1989 is voor twintig jaar met Publex Stadsmeubilair (PSM) een contract afgesloten voor 140 abri's, 150 mupi's en drie toiletten, waarvan twee in een affichagezuil. De ge meente ontvangt geen geld van Publex, maar kan door deze overeenkomst wel voorzie ningen realiseren die ook in geld te waarderen zijn. Een addertje onder het gras is dat voor - 8 -

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1999 | | pagina 88